TOESPRAKEN TOT DE CLEREZIJ

door Bisschop J.I. Wedgwood

tijdens het Priester - Conclave

van de Vrij Katholieke Kerk

10 - 18 Augustus 1928

te St. Michael's,

Naarden, Holland.

Op 12 augustus 1928 was de wijding van de kerk
St. Michaël en alle Engelen door
Bisschop Wedgwood.


De kerk voor 300 personen verbrandde weer
op 24 augustus 1928
door de inslag van bliksem en
verhuisde de kerk naar
de Houten Besant Hall
wat een Vrijmetselaars Loge was.


 

INHOUD

Bladzijde

I

HET WERK VAN EEN PRIESTER  

 

Algemeen 3

II

HET WERK VAN EEN PRIESTER  

 

Het doen samensmelten van het Bewustzijn 9

 

EENHEID MET DE GEMEENTE 20

 

DE HOUDING TIJDENS DE DIENST 25

 

De Innerlijke Zijde van het Werk 30

 

HET WERK MET DE AURA 31

 

HET LEVEND BESEF VAN GOD 33

III

ENKELE DIENSTEN  

 

DOOP 39

 

HET VORMSEL 43

 

BIJZETTING DER DODEN 45

 

(Vragen en Antwoorden)  

IV

ENKELE DIENSTEN  

 

HUWELIJKSDIENST 47

 

GENEZINGS - DIENST 48

V

VRAGEN EN ANTWOORDEN 51


Blz 3

I HET WERK VAN EEN PRIESTER

Zondag 12 Augustus 1928

Algemeen

Ik geloof, dat wij vanavond eens zouden kunnen praten over het werk van een priester in de Vrij Katholieke Kerk, over de bijzondere aard van dat werk, waarom het enigszins verschilt van dat in andere Kerken en wat de speciale krachten en mogelijkheden zijn, die wij als priesters hebben. Er ligt een grote waarde in de methode van werken, zoals deze door de Kerk wordt naar voren gebracht, doordat het, om te beginnen, zeer onpersoonlijk is.

Eén van de gewone bezwaren, die vaak tegen de Katholieke Kerk wordt ingebracht, is dat haar methoden persoonlijk zijn en dat zij door het priesterdom wordt overheerst. Maar als ge de zaak verstandig bekijkt, zult ge merken dat de basis, waarop het werk gefundeerd is, althans in onze Kerk, in werkelijkheid vrijer is van overheersing, dan in de Protestante Kerken. (U moet voor de Rooms Katholieke Kerk een uitzondering maken vanwege de biecht, maar ook dit zelfs is door de Protestanten schromelijk overdreven, ofschoon het, vanzelfsprekend, aanleiding kan geven tot misbruik). Als gij wist hoeveel werk er door de Rooms Katholieke priesters wordt verricht, die uren aaneen luisteren naar de biecht van talloos vele mensen, dan zoudt ge weten dat de priester veel te veel te doen heeft, dan dat hij door middel van de biecht de baas zou willen spelen over de mensen. Als men dit nu alles opzij zet, is er een sterk element van onpersoonlijkheid in de Katholieke vorm van eredienst. In de Protestantse Kerken staat ge onder de heerschappij van de dominee, vooral daar waar men het geïmproviseerde gebed heeft, aangezien de dominee er immers zijn eigen gedachten in legt; terwijl er in onze Kerk juist een vastgestelde vorm van eredienst is; de priester wordt zoveel mogelijk verhuld en hij wordt, voorzover het zijn persoonlijkheid betreft, in sterke mate weggewist. Tot zelfs zijn gewaden hebben die uitwerking; deze vertegenwoordigen zijn Kerkelijk Ambt en veranderen hem zozeer dat men er zijn wereldlijk zelf eenvoudig niet uit herkent; de persoonlijkheid is volkomen verhuld en er blijft slechts het Kerkelijk Ambt. Het is waarlijk zeer onpersoonlijk - wezenlijk veel minder persoonlijk dan in de Protestantse vorm van de eredienst.

Maar er is een andere kant aan het werk, die het onpersoonlijk maakt, doordat het verricht wordt, niet zozeer door de geestelijke kracht, die door de priester wordt ontwikkeld, als wel door de Christuskracht, die hem doorstroomt krachtens zijn priesterwijding. Door te werken door middel van de Kerk als een instelling en deze te gebruiken om de mensen geestelijk te steunen, om de mensen op te heffen, zijt ge in staat op onpersoonlijke wijze te werken. Gij hoeft hen niet tot U persoonlijk te trekken, zoals ge dat doet, wanneer ge langs andere lijnen werkt. Gij werkt met de kracht en de zegen van den Heer, die stroomt door zijn Kerk en door de Sacramenten en gij gebruikt deze als middel om de mensen op te heffen.

In dit Centrum is daardoor al die wrijving en jalousie vermeden, die men krijgt, als men langs andere lijnen werkt.

In een Centrum, zoals wij dat hier hebben, is dit byzonder waardevol, omdat het een voortdurend "levend bewijs" is voor de mensen, iets onpersoonlijks met onmetelijke mogelijkheden van grootheid, zó, dat kleine persoonlijke onenigheden en gekwetste gevoelens nietig blijken te zijn in vergelijking met de macht van de Kerk om ons op te heffen


Page 4

en het komt mij voor, dat de methoden van onze Kerk zulk een veilige lijn van ontwikkeling en vooruitgang voor de mensen vormen.

Er ligt altijd een zekere mate van gevaar in besloten, als wij de mensen voortdrijven; zij zijn geneigd ineens een andere kant uit te zwenken, als ge ze te sterk onder druk zet. Ge kunt de mensen slechts geleidelijk aan veranderen en dan nog slechts langzaam aan; zeer zeker waar het bewustzijn zich door middel van het physieke lichaam moet uitdrukken. Als ge probeert het snel te veranderen, zult ge naar alle waarschijnlijkheid te maken krijgen met nerveuze spanningen, die tot onevenwichtigheid leiden en tot vreemdsoortige mentale toestanden en een plotselinge ommezwaai van ideeën. In deze methode van de Kerk treft ge een byzonder gunstige wijze aan om de dingen te doen, omdat ge de mensen brengt tot een min of meer onpersoonlijke houding. Wij proberen de mensen te leren eens op te houden aan zichzelf te denken en zich te bezinnen op de grote ideeën die hun voorgelegd worden in de symboliek van de Eucharistie, meer als het offeren van aanbidding en niet in termen van eigenbelang of zelfbevrediging; maar veeleer het zich identificeren met het ruimerbewustzijn.

Als ge er even bij stil staat wat er plaats grijpt tijdens het gewone celebreren van de Heilige Mis, dan weet ge dat dit iets wonderbaarlijk moois is.

De dienst neemt een half uur à twee uur en al die tijd hebt ge mensen aan het werk op het hoogste niveau, dat zij kunnen bereiken. Soms verslappen ze, maar het is het hoogste, dat ze kunnen volhouden. Over het algemeen werken zij op een hoger niveau dan in het dagelijks leven, hoger dan in de buitenwereld; zij denken na over de allerbelangrijkste dingen in het leven en dat nog wel gedurende een hele tijd. Bovendien is er, als een groot aantal mensen tezamen werken, minder eigenbelang aanwezig in hun standpunt. Zij werken als één lichaam, als een collectiviteit, en zij maken zich hoe langer hoe meer de gewoonte eigen om als één lichaam te werken. Als ge er even bij stil blijft staan om dit eens goed in U op te nemen, zult ge inzien, wat een uitnemende oefening dat is. U brengt hen er toe minder op zichzelf gericht te zijn, meer bezield te zijn van een gevoel van saamhorigheid, en ge kunt hen opvoeren tot een vorm van groepsbewustzijn; ze verkrijgen een nieuwe horizon en bezien de dingen van een ruimer standpunt dan tevoren. Het is wel zeer duidelijk, dat het iets geweldigs is, dat ge kunt doen: hen uit hun kooi te leiden van het bewustzijn van afgescheidenheid tot dat ruimer bewustzijn, waarin wij het Ene Leven gaan bespeuren.

Het lijdt geen twijfel, dat er in deze moderne tijden een neiging is tot samenwerken, tot groepsbewustzijn, en in de religie spoeden wij ons voort naar het tijdstip, dat wij in het Zevende Ras een soort geestelijke anarchie zullen beleven, en dan zullen er slechts weinig regels en voorschriften zijn, omdat de mensen geestelijk zó sterk ontwikkeld zullen zijn en de basis zullen hebben van geestelijke eenheid, dat hun innerlijke houding zijn eigen voorschriften zal opstellen en zij niet zo afhankelijk zullen zijn van gezag, dat van buitenaf is opgelegd.

Ik geloof niet, dat er iets is van werkelijk groter belang, dan dat men komt tot de erkenning van het Ene Leven, hetgeen erkenning is van Broederschap. U kunt een verontschuldiging vinden voor mensen, maar ge kunt nimmer de mensen begrijpen voordat ge die eenheid van bewustzijn in het Goddelijk Leven beseft. Alle vijandigheid, die wij gevoelen, ontstaat niet uit het leven, maar uit de lichamen, die wij door onze vorige levens verkregen hebben. De moeilijkheden, die wij in het leven hebben, onze haat, twist, onenigheid, zijn er slechts als de aap of de leeuw of de tijger in ons op de voorgrond treedt, maar wanneer ons bewustzijn wordt verheven, valt dat alles weg. Wij hebben geen moeilijkheden, als ons bewustzijn werkzaam is op de hogere gebieden, maar slechts dan als het actief is in die persoonlijkheden, die met elkaar slaags raken. En dus wordt de oplossing uit de moeilijkheden en onenigheden gevonden, als wij ons bewust worden van dat ene Goddelijke Leven, en mij dunkt, de Kerk is


Page 5

een prachtige wijze om de mensen daartoe op te leiden.

De Kerk is een reinigende invloed. Uw denken wordt tot een hoger gebied opgevoerd, en dus wordt ge gevoeliger voor geestelijke invloeden. De inspiratie van de dienst, de kracht door de Sacramenten, het samenwerken met de Engelen, dat alles strekt tot het belevendigen van de hogere scala van bewustzijn, iedere keer weer opnieuw, en maakt U vertrouwd met die hogere scala van bewustzijn. Door de dienst wordt een gevoel van geluk en van zaligheid (U kent de Oosterse zegswijze: "Brahman is zaligheid") en van geestelijke verheffing weergegeven; en dan vatten wij vlam voor de idee die ervaring te verwerken door onze eigen van binnen uit in het werk gestelde pogingen, datgene naar buiten te brengen wat de kracht in ons heeft wakker geroepen. En naarmate wij er meer aan gewend raken, zullen wij merken, dat wij enigszins in staat zijn voor onszelf van binnen uit die toonaarden van bewustzijn te produceren. Dit is, geloof ik, één van de essentiële factoren om ons werk,.in overeenstemming te brengen met wat Krishnaji heeft gezegd, in overeenstemming met enkele van zijn in de laatste tijd gedane uitingen. Ik geloof niet, dat hij ook - maar het geringste bezwaar zou hebben tegen ceremonieën, verricht als middel om iemand's hogere gevoelens tot uiting te brengen, verricht door mensen, die er onafhankelijk tegenover staan, en die hun eigen geestelijke krachten gebruiken, en die niet op die ceremonieën steunen als middel om hen to helpen en to geleiden bij het gebruiken van die krachten, en die ook niet afhankelijk zijn van hulp van buitenaf. Voorzover ik dat kan beoordelen, zijn er langs deze weg mogelijkheden voor de Kerken, die mij onbegrensd toeschijnen.

In de symboliek van de Heilige Eucharistie zijn machtige Yoga-oefeningen ter wille van het ontwikkelen van het hoger bewustzijn. Na het "Adeste Fideles" offert gij God's allerkostbaarst geschenk in vereniging met Hem, die "immer Zichzelve offert als het eeuwig Offer".

Daar identificeert ge Uzelf met dat grote Offer van de Tweede Persoon (Logos) van de Drie-eenheid. Gij zijt in staat Uw bewustzijn impulsen te geven op verscheidene niveaus van Uw wezen, te beginnen met het Atmische gebied, en dit hangt af van de mate, waarin ge reeds waakbewust zijt op elk niveau, en aldus kunt ge Uw vermogen om weerklank te geven (Uw reactie-vermogen) op deze gebieden doen toenemen; zodat ge, als ge bewust op deze wijze werkt, een geweldige verbetering kunt teweegbrengen op alle niveaus van bewustzijn. Zoals Bisschop Leadbeater ons zegt, is de Heilige Eucharistie niet slechts symbolisch in de oppervlakkige, maar in de waarachtige zin van het woord. Het is niet, omdat de symbolen waarachtig zijn. Ge werkt niet slechts aan de uitbeelding van het cosmisch gebeuren, maar terwijl gij werkt, worden de vermogens (krachten) van Uw eigen ziel, en van Uw eigen hogere aard, op alle niveaus wakker geroepen.

Dan scharen wij ons met de Heiligen in aanbidding "voor Uw grote, witte troon". Daar hebt ge de poging om het bewustzijn van de celebrant en het bewustzijn van de congregatie te verenigen met dat van de grote Broederschap der Adepten, wier bewustzijn, naar men ons zegt, normaliter werkt op het Atmisch of Nirvanisch niveau; en zo ge dit dag-in, dag-uit oefent, wekt ge Uzelf langzamerhand tot bewust leven op dat niveau. Zo is het ook met het Buddhisch bewustzijn. Met het breken van de Hostie verzinnebeelden wij het Goddelijk Leven, dat tot manifestatie komt. Dezelfde symbolische betekenis ligt achter het verhaal over Osiris en het verstrooien over de gehele aarde van de stukken, waarin zijn lichaam was gehakt. Als gij op die wijze werkt, krijgt ge, dat de activiteit zich concentreert in verschillende aspecten van Uw bewustzijn, en als U tracht bewust te werken op welk speciaal niveau ook, dan zult ge over een poos werkelijk in staat zijn iets op dat niveau te doen. En aldus is de Mis een voorstreffelijke oefening in Yoga om zelfbewustzijn te ontwikkelen op de hogere niveaus van


Page 6

zijn. Niemand van ons is zo bedreven op het atmische en het buddhische gebied als we wel zouden kunnen zijn en dus moet ik bekennen, dat ik zelf afhankelijk ben van zulke hulpmiddelen. Ik zou natuurlijk andere methoden kunnen aanwenden en benutten; ik zou bijvoorbeeld hard kunnen werken volgens Oosterse meditatie-methoden - en er zijn nog meer oefeningen, die ik zou kunnen gaan, doen. Maar ik ben tot op zekere hoogte afhankelijk van een systeem, totdat ik het volledig heb leren toepassen.

Wij zijn allen van de een of andere methode afhankelijk om onze hogere vermogens te ontwikkelen; wij zijn afhankelijk van de buitenwereld voor de ervaringen, die de wereld ons kan geven - dat is dan ook waarom wij daarin zitten. En dus ben ik afhankelijk van een af ander systeem om mij behulpzaam te zijn met mijn eigen pogingen mijn hoger geluk te bereiken. Men hoeft ons niet van zelfzucht te beschuldigen, als wij dergelijke methoden benutten, hoewel het zeer zeker nodig is er op toe te zien, dat onze pogingen niet door zelfzucht overheerst worden; een jongen wordt niet van zelfzucht beschuldigd, als hij naar de Universiteit gaat om zich kennis te verwerven. Maar wij moeten die belangstelling in onszelf binnen de perken houden.

Er is nog een ander aspect aan dit werk - het uitzenden van geestelijke kracht in de wereld. Met betrekking tot wat Krishnaji zegt, heb ik het gevoel, dat er voor ons nog heel veel te doen is, willen wij ons losmaken van uiterlijke vormen. Ge moet wel bedenken, dat ge, zolang ge in een gemanifesteerde vorm leeft, een zekere dualiteit van visie hebt van het standpunt van geest en materie, van leven en vorm. Gij kunt niet ontkomen aan ceremonieën, evenmin als ge kunt ontkomen aan vormen; de enige manier om dat te doen is om buiten de manifestatie te blijveen. Wij worden allen aan banden gelegd door de vorm. Wat er feitelijk bedoeld wordt, is geloof ik, dat ge u los moet maken van vormen, die niet langer doelmatig zijn voor Uw werken vormen benutten, die het leven uitdragen in de Wereld. Er is altijd deze dualiteit van gezichtspunt. Er is die uiterlijke kant en de innerlijke zijde, en ge kunt het niet stellen zonder het ene of zonder het andere. Ge kunt het niet stellen zonder eten of welk ander normaal levensproces dan ook; gij zijt voor Uw onderhoud van de wereld afhankelijk. Onze taak hier vanavond is van de wereld daarbuiten afhankelijk wat betreft ons contact en onze omgang. Die contacten met de buitenwereld roepen alle krachten wakker, die in U liggen te sluimeren. Gij kunt op de ervaring vooruitlopen door Uw verbeeldingskracht te gebruiken, maar ge zult merken, dat de "ontmoeting" met de buitenwereld tot op zekere hoogte noodzakelijk is. In onze Kerk hebben wij de Christus in ons, maar er is ook een speciale intensivering van de Christuskracht buiten ons, die die innerlijke Christuskracht kan wekken en tot voller expressie naar buiten kan brengen.

En dan spreken wij van het transformeren van de waarheid tot een lager voltage. Daar is de Christuskracht in de Hostie, maar die is op een te hoog gebied, dan dat wij ze kunnen gebruiken, en in de dienst hebben we iets om die kracht omlaag te brengen, precies zoals we elektriciteit transformeren door ze op een lager voltage te brengen. Wij moeten de waarheid tot een lager voltage transformeren; ze moet in termen uitgedrukt; worden die de ongeletterden kunnen begrijpen. De waarheid moet omlaag gebracht worden naar de mens en op alle niveaus, en men zegt ons, dat de Grote Leraren de waarheid aan de mensen doorgeven in de vorm, die in die tijd nodig is. Zij zouden haar niet kunnen brengen in haar volle pracht en zuiverheid. Wij moeten trachten onszelf uit ons normale bewustzijnsniveau op te heffen naar een hoger niveau, en soms transformeer je dan de waarheid tot een lager voltage zodanig, dat je de mens en naar een hoger voltage opvoert tot een hoger en ruimer begrip der dingen. Wij brengen de waarheid omlaag of we brengen de kracht omlaag, in de Kerk, omdat wij te maken hebben met de wereld in het algemeen. Wij hebben met mensen van verschillend type en temperament te maken, waarvan sommigen min of meer primitief en anderen tamelijk vergevorderd zijn; sommigen intellectueel en anderen emotioneel; er is een enorme


Page 7

verscheidenheid.

In de Kerk hebt ge een prachtig schema, waarin de leringen omlaag gebracht worden naar alle niveaus. Sommige mensen hebben bezwaar tegen de Communie, omdat dit een verstoffelijking is van de geestelijke waarheid; sommige mensen zeggen, dat het alleen maar door de werking van het geloofsvertrouwen in ons hart is en op geestelijke wijze, dat we het bloed en het lichaam van Christus ontvangen. Dit alles spruit voort uit de leer, dat materie het boze is en niet zo heilig als geest. Maar de materie is net evenbelangrijk als de geest.Het enige wat ons te doen staat is onze idee omtrent de materie te vergeestelijken. Als ge de zegen van de Christus ontvangt door middel van de Hostie, maakt ge van de materie een voertuig voor de geest.

Er is een geweldige uitstraling van kracht door de dienst van de Kerk, en deze gaat uit op alle niveaus. Ge hoeft niet te menen, dat iemand gebonden wordt door dat wat hij doet. Als ik een schrijfmachine gebruik om mijn ideeën door te geven, word ik niet gebonden door mijn schrijfmachine. Als ik gebruik maak van een auto, of een trein, of een stoomboot, dan doe ik zulks om mijn werk doeltreffender te maken, maar je zegt toch niet, dat ik daardoor gebonden word. Als gij dus besluit, dat ge wilt werken door middel van de ceremonieën van de Kerk, dan betekent dit niet, dat ge er door gebonden wordt en er niet buiten kunt. Ik geloof, dat het nodig is een definitie te geven van wat ceremonieel is en wat het is, dat wij doen.

Ik zou het willen definiëren als het intelligente gebruik van de vormen, opdat deze de beste uitdrukking zullen zijn van het leven. Wie langs de ceremoniële lijn werkt, gebruikt deze uitdrukkingsvormen om er het nuttigst effect mee te bereiken voor zijn doelstellingen.

Gij zoudt verbaasd zijn, als ge wist, hoe ontzaglijk veel werk verricht wordt door een Centrum als dit hier. Ik verrichtte eens een priesterwijding in Sydney en Bisschop Leadbeater vertelde me over de uitwerking op de innerlijke gebieden. Op het buddhisch gebied ging de kracht over een grote afstand omhoog en zelfs op het etherisch gebied enkele mijlen ver. De kracht van deze Kerk straalt uit over een geweldige afstand, en op allerlei wijze wordt de kracht door de Engelen verspreid. De Meester heeft me verteld, dat Holland eens het Centrum voor geestelijk leven was in Europa. Alles wat het leven veraangenaamt is hier behouden en de mensen zijn vredelievend. Holland is een geestelijk reservoir, vanwaar, de krachten worden uitgezonden naar verschillende delen van Europa. Ik wil U slechts de verzekering geven, dat gij, door de Kerk op deze wijze te gebruiken, met behulp van mensen, die getraind zijn in het beheersen van hun lichaam en die tot op zekere hoogte ook reeds het besef hebben van het hoger bewustzijn, een groots werk kunt verrichten om de wereld rondom U te helpen. Als er vele dergelijke centra waren in de wereld, hoeveel zou er dan wel niet gedaan kunnen worden om het gehele aspect van het denken der wereld te veranderen. Het is zeer goed stappen te doen in de physieke wereld om veranderingen tot stand te brengen - om conferenties te hebben, en ook dat mensen samen komen om dingen te bepraten, etc ................... maar wat van veel meer essentieel belang is, is het idealistisch denken te verbreiden en dit ideaal zeer krachtig en omlijnd te maken, opdat het het vermogen krijgt andere mensen te beïnvloeden.

Ik geloof, dat de toekomst van deze Kerk in hoge mate met dat soort werk verband houdt, grotendeels door de infiltratie van dat soort denken. Langzamerhand gaan deze ideeën andere Kerken doordringen en U zult merken, dat de stromingen van het religieuze denken in die richting vloeien. Ditzelfde geldt voor Maçonnieke verenigingen. Het is nodig mensen bijeen te brengen en die krachten omhoog te sturen naar de hogere werelden. De Meesters hebben eens gezegd, dat de beste manier, waarop de mensen Hen konden helpen, was, door anderen tot Hen te brengen en één van de doelmatigste wijzen de mensen te helpen is die stappen te doen in het geestelijk leven, die ons tot doeltreffender kanalen maken voor Hun invloed. Gijlieden vormt (Uzelf en anderen) tot wereldburgers en poneert het verlangen om


Page 8

vreedzaam temidden van hen te leven. Dat is de enige weg om een permanente vrede tot stand te brengen, wanneer ge de werkelijke vurige drang tot vrede en broederschap en de erkenning van het Ene Leven wakker roept.


Blz 9

II HET WERK VAN EEN PRIESTER

Maandag 13 Augustus 1928

Het doen samensmelten van het Bewustzijn.

Ik wilde vanavond eens met U spreken over iets, dat mij een belangrijk deel van ons werk als priester voorkomt en dat is te leren om Uw bewustzijn en dat van de congregatie samen te smelten.

Ik geloof, dat deze idee, voorzover ik dit begrijp, iets ineigens is van onze Kerk. Er kunnen misschien wel groepen van mensen zijn in diverse plaatsen, die dit soort werk doen en die deze dingen van het mystieke of occulte stand punt bestuderen; maar wat ik vanavond ga zeggen is van fundamenteel belang.

Het eerste werk, dat de priester heeft te doen is zichzelf te bevrijden van de beperkingen die het ceremonieel hem oplegt. Dat is nogal moeilijk, omdat het ceremonieel gecompliceerd is en het kost veel tijd dit te leren. De gebaren, de juiste handelingen, dit alles vereist zorgvuldigheid en aandacht; en mensen, die niet getraind zijn en niet gewend zijn aan dit werk, krijgen het gevoel van verlegenheid, en zenuwachtigheid. De priester voelt zich in het begin timide tegenover de gemeenteleden; hij is er niet erg zeker van of zijn stem wel zuiver klinkt, of hij het wel goed doet. Dat gevoel van verlegenheid en onbeholpenheid wordt nog versterkt doordat er veel kracht door hem heen gaat tijdens de dienst, hetgeen hem verbijstert en verwart. Het is geen domheid van zijn kant, die maakt, dat hij onbeholpen lijkt; hij schijnt de vaste grond onder zijn voeten te verliezen door deze geweldige stromen van kracht, die met het ceremonieel komen, zó, dat het moeilijk is zijn handelingen te ordenen en te beheersen. Daarom is het eerste wat de priester moet doen, het gehele rituaal te kennen, te leren het ceremonieel met gemak te verrichten, zó, dat de details overgelaten worden aan het onderbewuste. Het is precies als wanneer iemand orgel leert spelen. In het begin zijn je gedachten geconcentreerd op de juiste houding van de vingers op de toetsen en op de noten en de vingerzetting, maar na een poosje heeft de man, terwijl hij alles instudeert, niet langer nodig zijn volle aandacht te geven aan zijn vingers, en de volleerde musicus hoeft zijn aandacht niet te richten op de toetsen, maar kan die geven aan de weergave en de vertolking van de muziek.

Eén ding van grote waarde in ceremonieel werk, als dat op de juiste wijze verricht wordt, is dat het een volslagen ommekeer brengt in de houding van de gewone mens tegenover het leven. De gewone mens denkt aan zichzelf als tot de physieke wereld te behoren; zijn houding is over het algemeen die van te wensen, dat hij dit of dat kon doen en hij zit vol vage verlangens naar het geestelijk leven. Maar dat kan niet de houding zijn van de priester of van wat voor man ook, die zich met ceremonieel bezig houdt. Als ge officier van een Maçonnieke Loge bent, vertegenwoordigt ge een beginsel; dan koestert ge niet langer vage verlangens, maar dan hebt ge iets te doen. Gij zijt automatisch geworteld in de geestelijke werelden en ge moet een kanaal zijn voor de krachten van die werelden, welke door U heen worden gezonden. En zo ook moet de priester zijn werk bezien van uit het Egoïsch standpunt en zich absoluut losmaken van de persoonlijkheid. Dat is de eerste stap, en het kost sommige mensen een hele tijd om zich die houding eigen te maken.

Zij voelen zich timide en nerveus; ze praten binnensmonds, de gebaren zijn jachtig en gehaast,


omdat het ceremonieel hen nog steeds verkrampt, beknelt en inperkt en omdat zij zich nog niet losgemaakt hebben van hun persoonlijkheid.

Dit is slechts het eerste stadium. Maar later komt er een stadium, dat ge U niet nodeloos bezorgd maakt over de details van het ceremonieel, daar ge het tot deel van Uw onderbewust handelen hebt gemaakt; en zo er al een vergissing plaats heeft, slaagt ge er heel gemakkelijk in het niet storend te maken. Die beheersing, dat meteen ingrijpen in moeilijke situaties, hoort een kenmerkende eigenschap te zijn van medespelers op het toneel. Ik herinner me een verhaal over Sarah Bernhardt, toen zij optrad in La Tosca. La Tosca doodt de Prefect van Politie en moet dan een cruqifix van de wand afnemen en dit op hem leggen; maar, om haar onaangenaam te zijn, had iemand het Christusbeeld aan de wand gespijkerd. Nadat Sarah Bernhardt vergeefs geprobeerd had het af te rukken, keerde zij zich om en zei: "Neen, hij is het niet waard."

Men moet iets van deze "l' esprit" hebben in de Kerk. Gij moet vergissingen bedekken, zó, dat de gemeente niet het gevoel krijgt, dat er iets verkeerd gaat, maar denkt, dat het deel uitmaakt van het werk. De beheersing van dat hele automatische gedeelte moet overgedragen worden aan het onderbewuste, opdat de priester zijn denken bijna uitsluitend kan richten op het geestelijk gedeelte van het werk, het waarachtig werk van zijn ambt. Wat mijzelf betreft, ik ben me in de regel niet bewust van de physieke wereld, en soms volkomen onbewust van wat ik hier beneden uitvoer. Soms bevind ik me midden in een kolk van kracht en ik kijkdoor die kolk omlaag en moet dan als het ware naar omhoog klimmen, naar het physieke gebied. Dat komt omdat mijn bewustzijn geconcentreerd is in de hogere werelden.

Vanmiddag heb ik U gesproken over de verschillende stadia van het rituaal en over de verschillende niveaus van bewustzijn, waarop een priester moet werken. Soms is het bewustzijn geconcentreerd op het Atmische gebied en soms op het Buddhische; soms werkt ge met het ene aspect van de Drievuldigheid, dan weer met een ander en daarbij identificeert ge U met die aspecten. Als ge in staat zijt dit enigszins bewust te doen, begint ge een besef te krijgen van het waarachtige werk van het priesterlijk ambt. Ik geloof, dat het alleen maar in onze Kerk is, dat er enig begrip is omtrent dat deel van het werk.

EENHEID MET DE GEMEENTE

Een punt, dat naar mijn mening, van fundamenteel belang is in dit alles, is, dat de priester zich aldoor één moet voelen met de gemeente. Als ik de ene priester voor de ander na gadesla terwijl hij de Mis celebreert, merk ik, dat er maar heel weinig besef hieromtrent bestaat en slechts zeer weinigen hebben ook maar een flauw idee hoe zij dit tot stand moeten brengen. Om dit op de juiste wijze te doen moet de priester zich helemaal vrij maken van alle belemmeringen der vormen. De meesten zijn op zichzelf geconcentreerd. En de meesten van U zijn nog niet geheel en al thuis in het rituaal. U vraagt zich af: "Hoe doe ik dit? Doe ik het wel goed? Heb ik de zuivere toon te pakken?" U bent nerveus over Uw stem, over het zuiver zingen en dat vestigt Uw denken op Uzelf. Het is niet zó, dat iemand bewust egoïst is, maar onbewust zelf-gericht. Als ge U verlegen of timide gevoelt over Uw toespraak tot de gemeente, dan zult ge, wanneer ge dit analyseert, merken dat het een fase is van zelfzucht. Ikzelf was altijd verlegen om te spreken. Van nature ben ik geen spreker; ik heb hard moeten werken om dit aan te kweken. In het begin voelde ik me altijd doodsbenauwd als ik het moest doen, want ik had last van een intense verlegenheid. Op zekere dag kreeg ik het besef, dat dit kwam omdat ik aan mijzelf dacht. Ik voelde me zo ontoereikend voor die taak. Ik leerde die gedachte te veranderen in plaats daarvan te denken: "Wat hebben deze mensen nodig?" En dat hoort voortdurend de houding van de priester te zijn onder het werk. Het is niet of ge het


goed doet, of ge het rituaal goed onder de knie hebt, of dat ge de toon zuiver te pakken hebt bij het zingen; de vraag die ge U voortdurend hebt te stellen is: "Wat kan ik doen voor de gemeente?" "Hoe kan ik deze dienst voor iedereen van nut maken". De uitwerking van aldus te denken is, dat ge U naar buiten keert, ge wordt extravert; maar ge zult iets groots verricht hebben, want ge hebt dan Uw voeten gezet op het pad, dat voert tot besef van het universele bewustzijn.

In de Kerk hebt ge een schitterende kans om dat ruimere bewustzijn te

en om Uw eigen afgescheiden, persoonlijke bewustzijn te doen opgaan in het ruimere bewustzijn van de groep. Het gaat er niet alleen maar om, dat ge grote aantallen mensen bijeen hebt, maar om de druk van de kracht, die door de Sacramenten heen komt en om de Engelen, Die U helpen om alles tot stand te brengen.

Gij beseft natuurlijk, dat het een essentieel gedeelte van Uw werk is Uw bewustzijn met dat van de gemeente versmolten te houden. Sommigen van U zullen graag willen weten hoe men daartoe te werk moet gaan. De beste manier om te beginnen is om aan de aura te denken, d.w.z. aan de sfeer van inwerkende krachten, waardoor ge omringd zijt. Ge kunt voelen, dat er een persoonlijk magnetisme is romdom een ieder; de mens draagt een sfeer met zich mee. Gij begint met deze sfeer af te tasten door Uw bewustzijn met het zijne te laten samensmelten; door U in een betrekking van sympathie met hem te stellen en dan op te letten wat de indruk op Uw bewustzijn is, terwijl ge dit doet. Dat probeert U met de gemeente als geheel. De mensen komen met allerlei moeilijkheden naar de Kerk; met allerlei mogelijkheden; ieder komt met zijn of haar specifieke behoeften, met hun verschillend temperament, met hun speciale vermogen tot bruikbaarheid; sommigen komen met hun zorgen en verwarring. U probeert Uzelf in contact te brengen met die zee van gedachten, van emotie, van activiteit, die Uw gemeente vertegenwoordigt; dan probeert ge hun vastheid te geven en hen tot een eenheid te maken.

Toen de Heer zelf ons enige instructies gaf, zei Hij ons, dat elke dienst zo mogelijk hoorde te beginnen met een processie-gezang, waarbij het koor en de clerezij in processie rond de gemeente moeten gaan. Dat wordt in andere Kerken in de regel slechts gedaan op feestdagen.

Dit heeft tot uitwerking, dat het de gemeente kalmeert, doordat het de uiteenlopende trillingssnelheden tot één harmonisch geheel terugbrengt. Dat wordt ook gedaan met de wierook en de antifoon, waarbij gij tracht de mens en tot eenheid te brengen, hun gedachten en gevoelens te kalmeren, de werking van de verschillende lichamen te vereenvoudigen, hen met elkaar; in harmonie te brengen, zó, dat de aura werkt als een eenheid in plaats van opgebroken te worden tot een groot aantal verschillende brokstukken. Als de openingszang goed is, mooi en levendig, een lied waarin de mensen hun enthousiasme kunnen leggen, dan wordt hierdoor een krachtige en dominerende trilling opgewekt, die maakt, dat de hele groep als een eenheid handelt en die er toe bijdraagt om alle kleingeestige gedachten en belangen te verdrijven, die de aandacht van de gemeente hebben bezig gehouden. Dat gehele eerste gedeelte van de dienst is bestemd om de gemeente tot eenheid te brengen en samen te brengen voor het speciale doel van de Kerk, en de processie zendt een geweldige golf van magnetiserende en verenigende kracht uit om zich heen.

Vervolgens moet ge Uw aura uitbreiden en wel zodanig, dat ge haar over de gemeente uitstrekt. Het vermogen om dat te doen komt, geloof ik, met de priesterwijding, want dan wordt de aura belevendigd en wordt alles verhoogd en verdiept. Na de priesterwijding hebt ge een grotere aura-beweeglijkheid dan de meeste mensen en ge kunt haar verder uitbreiden dan ge dat vóór de priesterwijding kon doen. Die soepelheid van de aura is een van de specifieke kenmerken van de Engelen. Diegenen van U, die lezingen geven, zullen opmerken,


dat U de aandacht van Uw toehoorders veel beter kunt vasthouden sedert U gewijd werd. Dat was een van de eerste dingen, die ik opmerkte na mijn priesterwijding. Door Uw magnetisme zijt ge in staat Uw mensen te boeien en ze dan vast te houden door de kracht van Uw ontroering, terwijl deze hen bespeelt. Na mijn wijding als bisschop, nog veel sterker zelfs, merkte ik, dat ik in mijn lezingen geen moeite had mijn luisteraars te boeien, hoewel ik mij zelf geen goed spreker acht. Dit vermogen nu om Uw aura uit te breiden, om z'n soepelheid te vergroten, neemt toe door oefening en versterkt in hoge mate de kracht, die gij uitzendt. De methode die ge moet toepassen is de verbeeldingskracht. Gij denkt aan Uzelf als iemand die zijn invloedssfeer uitbreidt over allen gezamenlijk en als ge de congregatie er in omvat hebt, stort ge over hen die specifieke invloed uit, die ge kunt geven krachtens Uw priesterschap.

Dat gebeurt bij elke kleinere benedictie. Dat is wat men soms bellen blazen noemt, zoals bv. bij het Asperges, of het werpen van een netwerk over de Kerk.

Wat ge bij het Asperges doet is een zekere invloedssfeer afbakenen voor de werking en de kracht van het wijwater en de invloed, die gij als priester er in legt; die invloedssfeer wordt dan verfijnd en tot een hogere graad van trilling gebracht. Deze Kerk hier is sedert de wijding van gistermorgen een totaal verschillende plaats geworden.

Wanneer ge een kleinere benedictie geeft, brengt ge Uzelf in aanraking met het bewustzijn van de congregatie en ge kunt dat des te beter doen, als ge beseft wat ge doet. Een van de eerste lessen, die men iemand bij occulte training geeft, is de aura uit te breiden. Ge begint Uw aura, te vullen met liefde; U denkt aan iemand, die U liefhebt, aan God, aan de natuur, aan de mensheid, of aan wat (wie) ook, dat (die) Uw liefde in U wakker roept. Gij vult Uzelf met liefde en dan stort ge die uit over de wereld of over de natuur en ge breidt Uw aura uit en met een maand of twee van deze soort oefening is ze veel ruimer uitgebreid dan tevoren. Het vermogen dat te doen is een van de vermogens die ge verkrijgt met de priesterwijding, gij kunt ze uitbreiden over de mensen met wie U werkt.

Als ge dit gedaan hebt moet ge niet vergeten om dat contact met de gemeente tijdens de dienst van tijd tot tijd te vernieuwen en haar te omvatten in de sfeer van Uw bewustzijn, terwijl ge in de verschillende phasen van de ceremonie met de mensen werkt.

DE HOUDING TIJDENS DE DIENST

Bij het verrichten van de dienst en het uitspreken van de liturgie moet ge leren ogenblikkelijk te reageren op bepaalde gevoelens en ideeën, die van binnenuit worden opgewekt. De mens die gewend is dat te doen, kan naar believen reageren op een speciaal soort gevoelens en gedachten. In het begin wordt men geconfronteerd met het feit, dat de mensen in de wereld daarbuiten onwennig staan tegenover dit soort werk. De gedachten en emoties van de gewone mens worden wakker geroepen door inwerking van buiten ................ een plaat, een bezoek van een vriend(in), een brief, die hem vreugde bezorgt.

Maar hier in dit geval werkt ge, niet zozeer met inwerkingen vanuit de buitenwereld - behalve als liturgie - maar met de gedachten en gevoelens uit Uw eigen innerlijk, zodat ge Uzelf ogenblikkelijk moet opladen met die fundamentele gedachten en emoties, die zo vaak zich herhalen in de liturgie ............... liefde, vrede, vreugde, schoonheid etc. Te leren hoe men dit moet doen is meer waard dan alle lering tezamen genomen in je theologische studie. Het is moeilijk maar men moet proberen het te doen en het zonder onderbreking beoefenen.

Bij het begin van de dienst knielt ge neer voor de altaartreden. De betekenis hiervan is, dat ge, aan de voet van het altaar Uw onwaardigheid beseft en het ontzaggelijk verschil dat er is


tussen U en de Goddelijke Majesteit; ge hebt een waarachtig besef van nederigheid - het is goed, weet U, zelfs voor een Theosoof, zich nederig te gevoelen - en gedurende het Asperges gaat ge U reinigen en Uzelf in de juiste houding brengen. Dan komt de antifoon, die merendeels gaat over de majesteit en waardigheid Gods en het gevoel van vreugde waarmee ge de tabernakel nadert, alsof het opgaan tot het altaar Gods het meest vreugdevolle in Uw leven was - zoals dat ook behoort te zijn.

"Tot de God mijner jubelende vreugde".

Als ge jubelende vreugde zingt, vult ge Uzelf met geluk, of. zaligheid, zoals ze dat in het Oosten noemen. Brahman is zaligheid, de bron van alle geluk; en dat is wat van nature samengaat met alle geestelijke ervaring. Nu denkt ge niet alleen aan Uzelf als vervuld van geluk, maar ge moet dit uitstorten in een stroom van kracht en vreugde over de gehele gemeente, zó, dat de gemeente zich gelukkig voelt en het een vreugde-zang wordt.

"Zend Uw Licht en Uwe Waarheid".

Deze woorden helpen ons de grootheid en heerlijkheid Gods beseffen. Ook verenigt gij U met de andere rijken, met de Engelen en met de krachten der Natuur en gij bouwt door middel van deze antifoon een sfeer van geweldige vreugde op.

"De Heer zal Zijn Volk sterkte geven".

Daarbij denkt ge aan kracht aan sterkte - van de Eerste Logos van de Drievuldigheid, van de Meester, of van wie of wat ook, dat U de idee van kracht geeft. Zo ge dat wenst, kunt ge werken met de kandelaars of de kruizen.

Ikzelf werk met het Eerste Straals Kruis in dit deel van de dienst en ik put uit de kracht daarvan. Precies zoals ge in de Introïtus werkt met de aspecten van de Drievuldigheid, zo schakelt gij U in de antifonen aan de specifieke macht of kracht, die het soort invloed schenkt die gij behoeft.

"Wend ons, O Heer en belevendig ons".

Dit is om de gemeente in harmonie te brengen met het Oneindige.

"Vertrouwt op den Heer tot in eeuwigheid". "Want onze Rots der Eeuwen is de Heer". Dit is alles Eerste Straal.

In het Confiteor hebt ge de idee van de liefde van Christus jegens ons en van onze geestelijke status van het Hoger Zelf.

En dan komt de Absolutie omlaag om de verschillende lichamen te ontwarren en met elkaar in harmonie te brengen als resultaat van al deze aspiratie.

De Introïtus is bedoeld om onze gedachten zeer hoog op te voeren. Dat moest voor alle priesters iets zeer wezenlijks zijn. Wij zijn zo vervuld van Theosofische bespiegelingen, of reacties op vooroordeel, dat ons al van onze jeugd eigen is, dat het woord "God" niet iets waarachtigs voor ons betekent; vaak is het slechts een intellectuele theorie. Wij praten over de "Logos", omdat wij het niet prettig vinden "GOD" te zeggen. Probeer U eens in te denken, dat wij leven in een grote zee van licht, die weerklank geeft op elk van onze handelingen. Dat is het Goddelijk Leven, en de Wetten der Natuur zijn de manifestaties van de Goddelijke Wil in het universum.

"Gezegend zij de Heilige Drievuldigheid".

Het woord "Gezegend" is een zeer oude uitdrukking, die betekent, dat ge Uw liefde en


toewijding omhoog zendt naar de Heilige Drievuldigheid. Het zou natuurlijk haast godslasterlijk zijn als we spraken van God te zegenen in de gewone zin van het woord.

"Wien ere zij en glorie in alle eeuwen".

Er zijn bepaalde woorden, die zeer hoge begrippen met zich meebrengen, zoals bijv. "eer", " heerlijkheid", "luister". Ze beschrijven het gevoel van zaligheid, ontzag en majesteit, en het gevoel van heiligheid, dat wij hebben als wij denken aan het Goddelijk bewustzijn.

"Uw Naam" betekent de Goddelijke Macht, gemanifesteerd in het heelal.

Terwijl gedenkt aan de drie aspecten van het Goddelijk bewustzijn binnenin Uzelf, herhaalt U de Openingswoorden: "Gezegend zij de Heilige Drievuldigheid" etc.

Dan volgt het Gloria.

Ik ben niet van plan de gehele liturgie met U door te nemen. Maar ge ziet, dat er ontzaglijk veel gelegenheid is om in aanraking te komen met het Goddelijk bewustzijn; als Ge dit hele werk opvat langs de lijnen die ik heb aangegeven. Als ge leert; dat te doen en het uit te voeren, zult ge nooit enige moeilijkheden hebben de belangstelling van Uw gemeente vast te houden en hun enthousiasme vitaal en levend te houden.

Hier, waar de gemeente getraind wordt langs deze weg van denken, hebben wij hebben wij het buitengewone resultaat, dat omstreeks veertig à vijftig mensen onze diensten bijwonen en nog meer op Zondag en dan wonen wij nog niet eens in een stad. Hetzelfde kan in elke kerk gedaan worden, als het wordt verricht langs deze lijnen.

Wij moesten niet altijd aan onszelf denken. De zelfzuchtige mens, zo zegt Bisschop Leadbeater, is een anachronisme. Wij hoorden, van nature, te denken aan andere mensen, maar zeer in het byzonder tijdens de dienst in de Kerk. Probeer dus Uw werk op dit beginsel te baseren, want het is van fundamenteel belang, dat de priester niet moet denken aan zichzelf, dat hij zich als het ware, moet losmaken van zijn ik en, actief, positief, beslist, met helpende gedachten aan anderen moet denken, dan zult ge interessante resultaten verkrijgen. Eén resultaat is, dat de Engelen veel dichterbij komen, Gij moet wel beseffen, dat het wezen der Engelen volkomen verschilt van het onze, hun bewustzijn is meer geconcentreerd in het hogere van hun aard en in veel mindere mate in het lagere; in ons is het precies andersom. Het is eerst dan wanneer de mensheid onzelfzuchtig is en niet op zichzelf gericht en niet verzonken in eigen kleinzielige belangen, dat de Engelen in nauw contact met ons kunnen komen en tot die samenwerking, die bedoeld is tot stand gebracht te worden tussen hen en ons. In de Kerk krijgt ge de mensen naar buiten gekeerd en dan voelen zij zich werkelijk als één saamhorig geheel en als de Engelen met ons samenwerken, kunt ge het besef krijgen van dat ruimere bewustzijn, het cosmisch bewustzijn. Dan krijg ik het gevoel, dat negentiende van de problemen en moeilijkheden, die ons kwellen, van ons wegvallen; en eveneens worden Uw ideeën en Uw kijk op andere mensen veranderd.

Ik heb werkelijk het gevoel, dat deze kijk op ons werk van het allerhoogste belang is; want dit is de waarachtige basis waarop ons werk waarlijk van nut kan worden. Wij willen niet, dat onze kerkdiensten alleen maar een plezierige indruk geven. Op dit ogenblik bent U het met mij eens, dat het van fundamenteel belang is; maar zult gij het U morgen nog herinneren? Iedere priester moet zich vol sympathie naar de buitenwereld wenden en in contact blijven met zijn gemeente. Vergeet niet, dat het Christus is, die door de eucharistie werkt, niet gijzelf; Hij werkt aan het altaar door middel van Zijn celebrant.

Er is ook nog een andere wijze, waarop ge de zaak kunt bekijken. Daar is de Christus in U, Die


door U werkt, terwijl gij de Mis opdraagt en zo ge daaraan kunt denken, terwijl ge de mis opdraagt, zal dit U van zeer grote hulp zijn. Ge hebt altijd de dualiteit, de twee aspecten, van Christus, het Slachtoffer en Christus de Priester. Christus is de Hogepriester, die het Offer brengt en tevens het Slachtoffer, dat geofferd wordt.

De innerlijke zijde van het Werk

Ik zou graag naar voren willen brengen, dat de meesten van U niet voldoende zin geven aan dat wat ge gedurende de dienst zegt. Ge hebt de gewoonte de dingen op een nogal nonchalante en formele wijze te zeggen en niet veel bewuste activiteit te stellen achter dat wat ge zegt. Het gevolg hiervan is, dat men gedurende de gehele dienst iets mist, dat er toch moest zijn. Ik weet, dat het in Uw geval gedeeltelijk komt door het feit, dat ge een vreemde taal gebruikt en men kan een zekere mate van wat men, stijfheid, traagheid, gebrek aan soepelheid, zou kunnen noemen, niet vermijden, als de mensen niet vertrouwd zijn met de taal, die ze bezigen. Het is, vanzelfsprekend, niet gemakkelijk voor hen zich met grote souplesse te werpen op de betekenis van dat wat er gezegd wordt. Maar, dit alles daargelaten, moest U een dieper besef kunnen leggen van Uw denken en voelen in de woorden die U gebruikt, dan U wel doet.

Wij zul1en het Gloria in Excelsis eens gaan zeggen. U hebt hier een reeks van verschillende gevoelens en gedachten van verheffende aard en om ze op bevredigende wijze geestelijk te beleven hebt ge een bepaalde conceptie der dingen nodig. Ik heb met de mensen hier veel over dit onderwerp gesproken. Het ligt de mens van nature om met lof en verering over God te spreken. Er zijn vele mensen, dat weten we, wie het begrip God hoegenaamd niets zegt. Zij vereenzelvigen Hem met theologische bewijsgronden, of met wat ze als kind leerden, toen Hij hen werd voorgehouden als een soort bedreiging; slechts weinige mensen, vrees ik, hebben een besef van God als een levende Macht en ik geloof niet, dat er een betere manier bestaat om die ervaring te verkrijgen, dan door de diensten van de Kerk. Daar hebt ge een manier om dat levend besef van de werkelijkheid te verkrijgen.

HET WERK MET DE AURA

De meesten van ons hier benaderen deze aangelegenheden natuurlijk van het Theosophisch standpunt en ge zult beter in staat zijn te begrijpen wat ik hier zeg als ge het onderwerp benadert in termen van de aura.

De meeste mensen geloven, dat ze hier hun grens hebben aan de peripherie van het physieke lichaam; maar de mens, die een beetje Yoga heeft beoefend en geprobeerd heeft de aura tot een levende werkelijkheid vaar zichzelf te maken, die aan de aura denkt als dat wat verantwoordelijk is vaar het werk, dat hij doet en voor de invloed, die hij uitzendt in de wereld gaat zichzelf beslist zien, als een invloedssfeer; hij beseft, dat er aldaar iets van hem uitstraalt en, terwijl hij zijn werk in de wereld doet, komt hij er toe, instinctmatig en zonder er aan te twijfelen, zichzelf te zien als steeds en overal dit lichaam van invloed met zich meedragend. Ge zult wel eens gehoord hebben hoe iemand, als hij blind wordt, een groter gevoeligheid van z'n tastzin ontwikkelt. Dat komt, omdat het tast- orgaan van de huid overgebracht wordt naar de buitenkant van de aura; en hij zal instinctmatig opzij gaan voor een obstakel. Daarom is de eerste stap om met de aura te werken als één lichaam van invloed, dat een mens omgeeft.


U weet, dat, als mensen zeer snelle vorderingen maken in geestelijke aangelegenheden, hun aura zich verruimt. De aura van de Here Buddha strekte zich, zo wordt ons gezegd, drie mijl buiten zijn physiek lichaam uit, terwijl dat van de "Koning" de gehele wereld omvat; af om het vanuit een ander gezichtspunt uit te drukken, wij kunnen zeggen, dat de bewustzijnssfeer van de Koning zich uitstrekt over de gehele wereld. Als ge de lijn van redeneren volgt, kunt ge aan het bewustzijn van de Logos denken als "het geheel van Zijn stelsel omvattende". En elk van ons is in zeer nauw contact met dat bewustzijn, zó, dat er een reactie is in dat bewustzijn - in het bewustzijn Gods - een onmiddellijke reactie op elke gedachte, elke emotie, op alles wat zich binnen in ons afspeelt; en iedere activiteit van ons bewustzijn vindt ogenblikkelijk weerklank in het bewustzijn Gods. U wordt dit, geloof ik, gewaar op zekere belangrijke momenten in de Kerkdiensten. Ik zou wel eens willen weten hoeveel mensen die ervaring hebben - dat men voelt, dat die kracht zich over ons neer- start, soms als een groot laaiend vuur van kracht, soms als een met heerlijke zachte glans neerdruppelende regen. Ge wordt deze weerklank van de een of andere macht buiten U gewaar, een golf van kracht, die neerstroomt op U als een regen; en dat is de weerklank van het bewustzijn Gods.

Nu zult ge merken, dat het werk op natuurlijke wijze in twee rubrieken uiteen valt bepaalde vormen van aanbidding tot God de Logos en een andere soort van dienst, waarin ge minder direct te maken hebt met de macht van de Logos, maar meer met de gespecialiseerde kracht van de Christus door de Hostie.

In de Vespers bijv. en in het begin van de Heilige Mis, van het Asperges tot het Graduale hebt ge meer direct te maken met het bewustzijn van de Logos. Als ge nu de reactie krijgt van de kracht van de Logos, dan is dat een veel onpersoonlijker iets en het merkwaardige, dat men dan opmerkt is, dat ge het niet zo goed kunt aanwenden voor speciale doeleinden, zoals ge dat wel kunt met de kracht, die van de Christus komt. Deze kunt ge namelijk speciaal voor Uw doel benutten en ge kunt die kracht zeer goed richten. Ge kunt ze gebruiken om mensen te helpen in hun moeilijkheden, in hun verwarring en om ze te genezen etc. Men kán de kracht van de Logos richten, maar niet in dezelfde mate.

HET LEVEND BESEF VAN GOD

Wij moeten onszelf langzaam aan gevoeliger maken voor deze reactie en naarmate wij dit doen wordt God minder een theologisch of intellectueel begrip en meer een levende werkelijkheid; zó, dat er een tijd aanbreekt, dat men werkelijk kan zeggen, dat men liefde voelt voor God ........ en ik veronderstel, dat slechts zeer weinigen in deze dagen kunnen zeggen. Het is mogelijk, dat de vorige generatie en onze voorvaderen, dit konden zeggen, maar heden ten dage zijn er maar weinigen, die een uitgesproken gevoel voor of liefde tot God hebben, omdat wij ons heel weinig bewust zijn Van Hem. Heden ten dage is het mode heel weinig te denken aan de Cosmische God buiten ons, maar Hem slechts te erkennen als God in onze medemens .......... zoals Hij natuurlijk ook ís in iedereen .......... maar het is verkeerd te vergeten, dat Hij bestaat buiten ons, evengoed als binnen ons allen. Het is het beste te erkennen, dat God er is buiten zowel als binnen ons, als wij evenwichtige en geordende vorderingen willen maken in het geestelijk leven.

Het begrijpen van onze Liturgie hangt in hoge mate af van de graad waarin wij van dit alles innerlijk besef hebben. Ge herinnert U, dat de Christus, toen men Hem vroeg wat het hoogste gebod was, antwoordde: "Gij zult de Here Uw God liefhebben met geheel Uw hart en geheel Uw kracht", en verder: "Gij zult Uw naaste liefhebben als Uzelf", Natuurlijk zou de moderne theosoof het tweede gebod voorop zetten (hij weet er veel meer van dan Christus dat deed !);


hij gelooft, dat het belangrijker is z'n naaste lief te hebben. Maar waar het op neerkomt is, dat ge hem niet in de ware zin kunt liefhebben, voor en aleer ge het Goddelijke in Hem hebt ontdekt.

Ge kunt allerlei emotionele impulsen hebben jegens Uw naaste, naar Uw liefde voor hem spruit in werkelijkheid voort uit dit herkennen van het Goddelijke in hem. Het is God in U, die spreekt tot God in hem. Dat is de enige ware basis voor liefde tussen de mensen. Wij hebben een overvloed van emotionele ervaring van liefde voordat we daartoe geraken; het komt en gaat in grote onstuimige golven, maar de werkelijke liefde, die wij "Buddhi" noemen, komt niet en gaat niet; het is als een geweldige zon, die aldoor straalt, altijd schijnt, zonder opgang of neergang. Die liefde komt en gaat niet als een onstuimige vloedgolf zoals de emotionele impulsen. En daarom zult ge, als ge de feiten kritisch beschouwt, ook inzien, dat het gebod des Heren volkomen juist was; dat ge eerst tot het levend besef van deze grote liefde tot God moet komen en dan zult ge Uw naaste liefhebben als Uzelf.

Ik geloof, dat ge dat eerst moet beleven, voordat ge alles kunt vatten wat er in de Liturgie staat. Ik geloof, dat ge, indien God voor U niets meer is dan een verstandelijk begrip, niet erg veel zult kunnen begrijpen van de Liturgie. Als ge zegt: "Ere zij God in den Hoge", hebt ge dan een ervaring gehad, hoe gering ook, van de intense verrukking op te gaan in het ruimere bewustzijn Gods, als dat bewustzijn binnen in U, dat daar binnen in U gekerkerd is, omhoog grijpt en poogt zich te verenigen met het bewustzijn Gods buiten U? Het is een natuurlijk iets, dat wij God willen loven en prijzen, dat wij ons bewustzijn willen verenigen met het Zijne, dat het menselijk bewustzijn omhoog streeft in de poging zich met het ruimere bewustzijn te verenigen.

Dan wendt ge Uw denken naar buiten en zendt ge naar de mensen van goeden willen (want slechts als ge van goeden wille zijt, kunt ge vrede hebben) de zegening van vrede uit, zoveel als zij bij machte zijn te ontvangen.

"Wij loven U, wij zeeg'nen U"

Wij erkennen de grootheid Gods ten opzichte van onszelf. "Wij eren en verheerlijken U"... wij laten het Goddelijk Leven in ons uitstralen naar het grotere leven buiten ons.

"Wij danken U vaar Uwe grote glorie"

Wij heffen onszelf omhoog in erkenning van die heerlijkheid.

Die woorden bestempelen dit hele gedeelte als de weerspiegeling van het Eerste Straals-aspect; en ge kunt een geweldige kracht in deze waarden leggen, indien ge aan hun werkelijke betekenis denkt ..... de erkenning van het koningschap, de luister en de macht Gods.

Ge kunt de gehele gemeente opheffen tot die; bron van macht, de kracht van God zelve. Gij kunt, zo ge dat wilt, door het Eerste-Straals-middelpunt van de Kerk werken en daarbij niet alleen Uzelf omhoog heffen, maar de gehele gemeente met U, tot de almacht Gods. Gij denkt aan het Goddelijk Leven buiten ons, dat zoveel groter is dan wat ook in ons bewustzijn. En nu zullen we dit gaan oefenen.

Gij merkt het verschil op, wanneer ge het zegt vol zinrijkheid, zoals ge zo juist gedaan hebt. Is het U nu niet net alsof er een regen van kracht neer drupt op de kruin van Uw hoofd? Voelt ge niet een weldadige stilte van heiligheid in de kerk als gevolg van dat wat ge aldus gezegd hebt? Dat is de weerklank, die van buitenaf komt. U moet de gehele dienst op die manier verrichten.

In de volgende alinea wendt ge U tot het Tweede Aspect van de Logos: "O, Zoon Gods. Eén


Wezen met den Vader".

Die woorden zijn oorspronkelijk ingelast, naar ik meen, voor een of ander theologisch doel. Ze betekenen, dat er Eén Leven is, dat het Leven van de Vader is. Dan geeft dat een verschillend aspect; ge neemt een verandering waar: "O, Heer God, Inwonend Licht".

Nu verandert Uw visie; ge hebt aan het leven daarbuiten gedacht en nu denkt ge aan het leven en het licht, dat leeft in het menselijk hart.

Voor het ogenblik wordt ge een mysticus en ge denkt aan "het Licht, dat ieder mens verlicht, die in de wereld komt".

Gij richt Uw denken, zo krachtig als ge maar kunt, op het Goddelijk Leven, dat zich binnen in U gekerkerd heeft.

"Zoon van den Vader, Gij Wiens wijsheid liefdevol en machtig alle dingen ordent".

Daar hebt ge het Tweede Aspect. Ik plaats mijzelf steeds in de ashrama van de Meester K.H. bij dit gedeelte; maar als ge dit doet, moet ge er steeds op letten, dat ge niet met een verzoek tot de Meester komt, met de gedachte Hem tot U neer te trekken, Hem iets voor U te laten doen. Maar ge kunt Uw eigen wijsheids-aspect nemen, dit verenigen met de hoeveelheid wijsheid in de kerk en dat de Meester aanbieden.

Gij moet de houding aannemen van geven, van het uitstorten van ons leven en onze wijsheid als een offerande aan de Christus.

"Gij Wiens kracht geheel de schepping steunt en onderhoudt en draagt".

Hier kunt ge denken aan de Meester M. zo ge dat wenst en een laaiende vlam van kracht uit Uzelf en de gemeente omhoog zenden aan Hem in Zijn dienst.

"Gij, Wiens schoonheid lichtend straalt door het groot en weids heelal, ontsluier Uw glorie".

Ge neemt die gedachte van schoonheid, se heft Uw bewustzijn omhoog in dat gevoel van luister en biedt dit aan met de bede, dat de schoonheid en luister Gods geopenbaard mogen worden. In de regel denk ik aan de Meester R., wanneer ik deze woorden zeg.

In de laatste alinea richten wij ons tot de Christus, zoals ge meestal doet wanneer er aan het einde der passages woorden van lof en van dank gericht worden tot de Heilige Drieëenheid.

Gij omhult het, als het ware, zendt het omhoog als een offerande, als een nederig geschenk aan de hogere werelden voor de Troon. Alle onzelfzuchtig denken, iedere gedachte, ieder gevoel, dat niet gekleurd is door zelfbelang of zelfzucht, gaat omhoog naar dat geestelijk reservoir, dat, zoals men ons zegt; bestaat om de wereld te helpen. En aldus stroomt de onzelfzuchtige gedachte, die in de kerkelijke eredienst omhoog wordt gezonden, in dat reservoir en wordt op die wijze gebruikt. Als ge Uw bewustzijn hebt omhoog geheven en een soort van extase hebt bereikt, doet ge ten slotte Uw gedachte aan het Tweede en Derde Aspect verzinken in het Eerste aspect van de Drieëenheid.


III ENKELE DIENSTEN

Dinsdag 14 Augustus 1928

DE DOOP

In een echte Kerk staat de doopvont aan de ingang van de kerk, aangezien de Doop de toegangspoort is tot de Sacramenten. Indien dat niet doenlijk is, kan de ceremonie verricht worden voor de Altaarhekken. Als de dopelingen zeer jong kind is, wordt de vorm voor zeer jonge kinderen gebruikt, als hij twee jaar oud is of ongeveer twee, wordt de vorm voor kinderen gebruikt, en deze vorm gebruikt men totdat de persoon in kwestie de puberteitsjaren heeft bereikt; daarna wordt de derde vorm gebezigd.

De priester met de violette stola om, zegt: "In de Naam ........ De doopheffer biedt het kind aan. Dan legt de priester zijn rechterhand op het hoofd van het kind. Als het een jong kind is, kan het zijn, dat het probeert U te ontwijken, in dat geval is het voldoende zo ge slechts even het hoofdje beroert om physiek contact te maken; trek dan de hand terug en spreek het gebed uit ............. exorceer dan ................ raak daarna wederom het hoofd van het kind aan. Dit is allemaal loutering en ge hoeft geen sterke kracht te gebruiken ........ het is gemakkelijker het lichaam van een zeer jong kind te louteren dan een ring met een briljant bijvoorbeeld. Het kan veel tijd vereisen om de onreinheid uit een ring te verwijderen, terwijl er slechts weinig kracht voor nodig is een jong kind te louteren.

De doopheffer houdt het kind in de armen. De woorden "EFFATHA" etc worden uitgesproken en dan slaat ge vier kruizen: over het voorhoofd, de keel, het hart en de navel. Door dit te doen opent ge deze chakrams of centra.

Als het kind heel jong is, zijn de chakrams ongeveer zo groot als een broeksknoop, maar zij groeien uit tot de omvang ongeveer van een klein schoteltje, wanneer de kruizen zijn geslagen. Wat ge echter niet moogt vergeten, is dat ge in werkelijkheid de chakrams een kans geeft tot die omvang uit te groeien in de loop van hun ontwikkeling. Na de ceremonie krimpen zij weer ineen, en ze worden in elk geval later in de dienst weer door de priester gesloten, want anders zou de kracht weg stromen; maar door ze voor het ogenblik te openen, zult ge het vergemakkelijken, dat ze zich later uitzetten en ze zullen nooit meer krimpen tot hun oorspronkelijke omvang. De woorden: "wordt geopend" waren de eigen woorden van den Heer. Hijzelf gaf een verklaring van het openen van het chakram. Hij gaf een eenvoudige weg aan, waarop wij een taal konden bezigen, die aangaf wat er gebeurde, zonder de buitenstaanders nieuwsgierig te maken. De woorden: "de beginselen Uwer Heerlijkheid ".......... uitgesproken terwijl de hand over het kind is uitgestrekt, duiden de Macht of Kracht aan, die gegeven wordt hij de Doop en die het kind in staat zal stellen "de volheid der nieuwe geboorte te bereiken."

De nieuwe geboorte betekent de eerste grote Inwijding, waarvan de Doop het zinnebeeld is.

Daarna legt de priester het uiteinde van zijn stola over de schouder van het kind en zegt "Treed in de Tempel Gods".

Dan neemt hij een weinig van de: Olie der Catechumenen en zalft hiermede de keel en de nek. Dan maakt hij een kruis, reikende over de gehele lengte van het lichaam, één voor en één


achter het kind, er nauwlettend acht op slaande, dat hij kruis slaat over de gehele lengte van het lichaam. De vorm voor de volwassenen is, vrijwel dezelfde. Een volwassene begint te knielen vóór het exorceren, maar gaat hiervoor staan; zorg dat hij de Altaarhekken niet raakt wanneer deze kruizen over de gehele lengte van het lichaam worden gemaakt. Vergeet niet een schild te maken boven het hoofd en beneden onder de voeten een kuras van wit licht makende, als het ware ...... of liever gezegd, een engel maakt deze.

De symboliek stelt nu een persoon voor die wedergeboren wordt; de priester legt zijn paarse stola af - de zinnebeeldige voorstelling van de duisternis van de uiterlijke wereld - en doet een witte stola om als symbool van wedergeboorte. Als het een kind is, dat gedoopt wordt, houdt het dan een weinig achterover met het gezichtje omhoog geheven, aangezien het, het voorschrift is, dat het water moet neerstromen. Als het water alleen maar het haar bevochtigt, is de doop van twijfelachtige waarde; bij het gebruik van sommige Protestantse kerken is er geen waarborg dat er water heeft gestroomd. Het water moet contact hebben met de huid.

(De Bisschop liet een schelp zien, die algemeen wordt gebruikt, en waar het water in een gestadige stroom uitvloeit.)

Sprenkel het op het hoofd in de vorm van een kruis, en als het water niet meer stroomt op de huid, houdt dan Uw hand op het voorhoofd en laat het water over het voorhoofd stromen. Ge kunt er met Uw duim de huid mee bevochtigen en dan hebt ge zekerheid, dat het een geldige doop is, neem dan het Chrisma (schuif het haar wat op zij) en maak op de kruin van het hoofd het teken des kruizes.

Met de woorden: "Met Christus Heilig Chrisma" opent ge het chakram, waarbij ge de gedachte vasthoudt - het middelpunt, waardoor een mens dat kracht-middelpunt in - en uitgaat, beschermd is - het vormt een soort geheiligde plaats.

Als de persoon in kwestie niet tevoren gedoopt is in een andere Kerk, zegt ge de woorden: "Ik neem U op in de gemeenschap ............... etc" maar als hij daarentegen reeds gedoopt is, zegt ge: "Ik teken U etc................". Dan brengt de misdienaar de zijden doek en de kaars. Neem de doek van het altaar, zegen het en leg het op de dopeling(e), de kaars hoeft niet gezegend te worden daar veronderstelt wordt, dat de kaars aan het altaar ontstoken is en het altaar aan de Godslamp.

Doop onvoorwaardelijk allen, die nog niet gedoopt zijn, en doop opnieuw al degenen die uit Protestantse Kerken zijn, waar de Heilige oliën niet gebruikt zijn. Doop, verricht door R.K. priesters wordt geldig beschouwd en evenzo de doop in de Oud Katholieke en de Grieks Katholieke Kerken. Ingeval de doop is verricht door de Anglicaanse Kerk, dopen wij opnieuw, omdat zij geen zij geen zalvingen hebben; maar wij doen het "sub conditione".

Ge moogt het niet opnieuw doen voor mensen, die in de Katholieke Kerken zijn gedoopt; het zou heiligschennis zijn dit opnieuw te doen. Tenzij iemand de priesterwijding zal krijgen, sta ik niet op zijn herdoop, ik bied het aan, of ik beveel het aan. Er was een tijd, dat er een zekere laksheid heerste op dit punt in de Anglicaanse Kerk, maar dat is tegenwoordig niet meer zo.

Er gaat een verhaal rond over een bisschop in de 18e eeuw, die zijn handen uitbreidde over veertien mensen tegelijkertijd en die even wat water over hen sprenkelde en hen aldus doopte: De Rooms-Katholieken in Engeland bepaalden toen, dat ze geen doop zouden aanvaarden; door de Anglicaanse Kerk verricht, op grond van deze slordigheid, hoewel een doop, verricht door een Joodse dokter in een hospitaal, toegediend aan stervenden, geldig werd verklaard. Merkwaardig genoeg schijnt deze stelregel niet aangenomen te zijn voor het Vasteland van Europa. Wanneer Anglicanen bij mij komen om opnieuw gedoopt te worden, zeg ik, dat het niet absoluut noodzakelijk is, aangezien wij de geldigheid erkennen van de eerste doop; maar


ik merk in de regel, dat zij, nadat hun is uiteengezet wat ze erdoor krijgen, het over het algemeen juist wel willen hebben. Indien iemand niet weet of hij gedoopt is, moet ge het opnieuw doen, "sub conditione".

HET VORMSEL

In de Anglicaanse Kerk heeft men de apostolische successie. Wij vormen de mensen niet opnieuw, die in de Rooms-Katholieke Kerk zijn gevormd, maar de Grieks Katholieke Kerken schijnen helemaal geen vormsel van lidmaten te hebben in diezelfde zin.

In de Grieks - Katholieke Kerk is het een soort voortzetting van de doop als zeer jong kind en dus is er geen werkelijk vormsel. Vriendelijke Protestanten accepteren dit wel, maar het is juister te zeggen, dat er geen vormsel is in de Grieks - Katholieke Kerk. Als een lidmaat van de Kerk zich heeft afgescheiden en daarna tot de Kerk terugkeert, heeft de Grieks - Katholieke Kerk een soort vormsel. De zienswijze van hen is gebaseerd op de idee, dat mensen, die zich hebben afgescheiden de genade verliezen van de Heilige Geest en dat het daarom nodig is, dat deze hun wordt teruggegeven, als zij weder keren tot de ware kudde. Het beste is het om in de Kerk te dopen, maar noodzakelijk is dit niet; de doop is precies even geldig wanneer ze bij - de mens en thuis wordt verricht of ergens anders, maar het is beter, als - het in een kerk wordt gedaan, omdat dit een geheiligde plaats is. Ik ben erg precies op het punt van onze doopsels, omdat deze behoorlijk te dienen verrichtte worden, zó, dat niemand hun geldigheid in twijfel kan t:rekken. Ge moet de twee oliën gebruiken, eerst de olie der catechumenen, dan het Chrisma. Het water, waarmee ge een doop verricht, moet gezegend worden, precies zoals het Wij-water, maar met de intentie van de doop; maar de doop is geldig, zelfs al is het water niet gezegend. De drie oliën, die gebruikt worden, hebben een verschillende graad van trilling.

Het "Infirmorum" voor genezing, werkt hoofdzakelijk door het etherisch lichaam; de olie voor doopsels of van de "Catechumenen" werkt voornamelijk op astraal niveau; en het "Chrisma" werkt voor de loutering op astraal niveau; en als stimulans op het causale en het buddische gebied - het is een geweldige stimulans voor de hogere krachten.

BIJZETTING DER DODEN

Vraag en Antwoord

Vraag: Wat doet men, als iemand stervende is?

Antwoord: U spreekt niet over de hel met hem nietwaar?

Het hangt af van de dingen, die de persoon in kwestie gelooft. U zoudt kunnen spreken over reïncarnatie. Een dokter, die ik gekend heb, die vaak aan een sterfbed had gestaan, zei, dat volgens zijn ervaring, de spiritisten het gemakkelijkst overgingen, dan de Rooms-Katholieken, dan al de overigen en het aller moeilijkst de materialisten.

Wat ge doet hangt in hoge mate af van de toestand van de persoon in kwestie. Gij dient het Laatste Oliesel toe, indien zij op het punt staan te sterven, of ge geeft hun een genezingsdienst, als zij niet op sterven liggen. Ge kunt hen het Viaticum geven, zoals men dat noemt, als de persoon in kwestie zich in een toestand bevindt, dat hij het kan inslikken. Ge moet de Hostie


zorgvuldig in een pyx met U meedragen, als ge het niet in een rijtuig kunt meenemen; want wij kunnen er niet mee over straat gaan met bel en processie, zoals men dat doet in Rooms Katholieke landen. Trek Uw gewaden aan, als er tijd voor is; en anders komt het er niet op aan.

Vraag: Wat moet iemand doen, als de persoon in questie dood is?

Antwoord: Ge besprenkelt het lichaam met Wijwater; dan geeft ge allereerst "Absolutie" zoals men dat noemt aan de dode. Dan spreekt ge de aanroep uit, dan wordt de eindtoespraak gegeven, gevolgd door het zingen van het TE DEUM óf, indien dit te blij klinkt, kunt ge het vervangen, door een andere psalm.

Als de persoon in kwestie een priester is, ligt hij met het hoofd naar het altaar gewend; indien hij niet een geestelijke is, precies tegenovergesteld. Besprenkel driemaal aan weerskanten. Doe hetzelfde met de wierook. Dan komen de liturgische korte verzen en antwoorden, en een gebed. Dan de processie van de doodkist naar het graf of het kerkhof of het crematorium. Ingeval van een kerkhof, wierookt ge het graf na het gebed en dan neemt ge wat aarde en besprenkelt dit op de gewone wijze; zeggende; "Als stof zijt ge en tot stof zult gij wederkeren" ................ De werkwijze voor een crematie is enigszins verschillend; gij beveelt het afgeworpen lichaam aan het Vuur aan.

In de Requiem Mis wordt de Dienst van de Eucharistie verricht als gewoonlijk, maar met andere Collecten, Graduale en Post-Communio.

IV ENKELE DIENSTEN

Donderdag 16 Augustus 1928

DE HUWELIJKS - DIENST

Wanneer het bruidspaar aan de ingang van de kerk aankomt, kan de clerezij met de misdienaren hen aan de trappen tegemoet gaan en hen de kerk binnenleiden. En anders hebt ge dat de bruid en de bruidsmeisjes aan de ene kant en de bruidegom en de getuigen aan de andere kant van de kerk zitten. Het is de enige gelegenheid waarbij een man rechts van de vrouw staat. Dan komen zij tegelijk op naar de Altaarhekken en gij leest hen de toespraak voor. Dan zegent ge en heiligt de ring, de bruid wordt aan de bruidegom ten huwelijk gegeven en de man neemt haar rechterhand in de zijne en zegt U de woorden na; " Ik ............., neem U ................. "tot de dood ons scheidt". In antwoord op een vraag van een Amerikaans priester over de duur van de huwelijksband antwoordde de Bisschop, dat indien deze woorden een probleem vormden, het beter ware zich niet te onderwerpen aan een Sacrament, dat bedoeld was voor de duur van het leven. Dergelijke mensen kunnen volstaan met een zegen. Waar het op aan komt is, dat de vereniging, die ge sluit, voor de duur is van Uw leven.

Ikzelf ben van mening, dat de gehele instelling van het huwelijk een herziening behoeft, maar ik voel er niets voor de verantwoordelijkheid op me te nemen voor het veranderen der voorwaarden.

Een vraag werd opgeworpen aangaande het opnieuw in de echt verbinden van gescheiden


mensen.

De Bisschop antwoordde: Ge kunt een gescheiden persoon opnieuw in de echt verbinden, maar ge moet daarbij het oordeel des onderscheids gebruiken. Er is geen morele moeilijkheid de onschuldige persoon wederom in het huwelijk te verbinden; maar ten opzichte van de ander moet ge tact en omzichtigheid gebruiken. Een uitweg uit de moeilijkheden is hen Uw zegen te geven. Ik heb er geen bezwaar tegen mijn zegen te geven aan wie dan ook! En een paar gebeden te zeggen. Waar het occult op aankomt is, dat het eerste huwelijk bestemd was een band voor het leven te zijn.

DE GENEZINGS - DIENST

Donderdag 16 Augustus1928

Ik dacht, dat wij ons vanmiddag maar eerst enige ogenblikken moesten bezighouden met de Genezingsdienst en eens kijken hoe men dat doet. Ge begint met het Asperges. Tussen twee haakjes, er staat een drukfout in het eerste gebed: daar hoorde te staan "Zijn" dienaren niet "Uw" dienaren.

(In antwoord op een vraag of de dienst 's morgens of 's avonds moest verricht worden, zei de Bisschop:) "Ik geloof, dat men hem beter 's morgens kan houden. Hij wordt soms 's avonds gehouden; maar dan zijn de lichamen vermoeid en los van elkaar; er is niet dezelfde verbondenheid tussen het physieke en de ijlere lichamen. Ziet U, het physieke lichaam heeft de hele dag schokken en botsingen te verduren gehad, die het lichaam zeer vermoeien en daarom werkt het niet op dezelfde homogene manier, waarop het dat vroeger op de dag doet, aangezien deze schokken en botsingen het telkens met een verschillende trillingssnelheid doen werken. Ge ziet allerlei verschillende kolkingen (vortices) over het gehele lichaam.

Het eigenlijke deel van de Dienst begint met het aanroepen van de Genezende Engel. Als ge de Mis hebt opgedragen is het niet nodig Asperges en Confiteor te herhalen. Ik doe de dienst in de regel na de H. Mis en de mensen die genezen moeten worden, nemen geen deel aan de Communie vóór de Genezingsdienst. Ik voel er het meeste voor om - behalve bij Priesterwijdingen - de dingen gescheiden te houden, omdat ze de duur van de Mis al te zeer verlengen.

Dan komen wij aan de Zalving. Ik deze Kerk doen wij het aan de altaarhekken. Bij het gebed "0, Heer ......" is de intentie, die ge hebt een algemene, n.l. de mens en te openen, het antahkarana te openen - dat hun hart en verstand mogen geopend worden voor de hemelse genade - dit reinigt de kanalen, die door de ruggegraat lopen. Het exorceren trekt de Goddelijke kracht in U naar buiten om de candidaat te louteren.

Dan neemt ge een weinig olie voor zieken en zegt: "In de Naam......." dan zalft gij, U moet de woorden niet gedachteloos uitspreken, maar ge moet aan de Heer Christus en aan de Aartsengel Raphaël denken. Dan zegt ge de zin: "Moge Christus, de Zoon .Gods .......". Denk dat de Here Christus Zijn genezende kracht over hen uitstort. Ge denkt aan de genezende kracht die door U heen komt en dat de aura geladen is met lief de en de kracht van de Christus, die door U heen stromen en de aura met liefde vullen. Dan maakt ge de kruizen - en ge zorgt, dat ge de huid raakt. Dit alles doet ge voor elke persoon apart. Dan zegt ge voor allen in het algemeen: "gelijk Uw lichamen uiterlijk gezalfd werden met deze zichtbare olie ......". En daarna dient ge het Sacrament toe, indien dit niet reeds is ontvangen.


En nu geloof ik, dat we genoeg gedaan hebben aan de zuiver vormelijke zijde van het rituaal.

V VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vraag: Is het toelaatbaar de Hostie in de wijn te dopen, voordat men hem toedient, zoals U dat vanmorgen deed?

Antwoord: Het antwoord is: neen; omdat de Bisschoppelijke Synode zich er tegen heeft verklaard, daar zij het te gevaarlijk achtten. Wat mij betreft, ik doe het graag. De R.K.Kerk heeft de gewoonte laten varen. Wij waren gewend het hier te doen, maar ik doe het alleen bij een Priesterwijding, of bij een Co-celebratie als vanmorgen, want dan beschouw ik; de Priesters als tezamen met mijzelf celebrerend.

In antwoord op een vraag betreffende gemagnetiseerde edelstenen als talisman om magnetische energieën te gebruiken, het volgende:

"Het beste soort krachtmiddelpunt is een intelligent persoon, die zichzelf geeft. Een aantal gewijde menselijke wezens, dat is het "beste centrum; het is veel beter dan een gemagnetiseerd juweel".

VRAAG: Hoe lang behoudt het Wijwater zijn kracht?

ANTWOORD: Ongeveer een week, geloof ik. Wijwater straalt zijn kracht uit en verzwakt vrij snel. Het begint na een week of zo te verzwakken. Ik zeg niet, dat er niets over zou zijn na enkele maanden, maar veel zal het niet zijn.

VRAAG: Hoe lang kan men de geconsacreerde Hostie bewaren?

ANTWOORD: Ongeveer een maand, maar dat hangt grotendeels af van het klimaat.

VRAAG: Moet men een bepaalde grootte van Hostie gebruiken?

ANTWOORD: Dat hangt af van de grootte van de betrokken gemeente. Ze moet groot genoeg zijn, dat een groot aantal haar ziet. U kunt kleinere krijgen voor het gebruik in een kleine kapel.

VRAAG: Mogen wij misschien eens een soort co-celebratie proberen te verrichten, zoals wij dat vanmorgen gedaan hebben?

ANTWOORD: Ik geloof, dat ik eigenlijk liever niet had, dat U dat deed zonder vergunning aan te vragen aan de Voorzittend Bisschop. Enkele van onze Bisschoppen zijn tegen experimenten en de verbreiding van dingen die buiten het normale vlak liggen. U merkt, dat dit alles iets ongewoons is voor sommige van onze priesters en dat zij geneigd zijn zich door hun belangstelling voor psychische dingen te laten verleiden tot allerlei experimenten.

VRAAG: Was de uitwerking van de dienst vanmorgen krachtig?

ANTWOORD: Het was heel krachtig. De uitwerking vanmorgen was onregelmatig; maar de hoeveelheid kracht rondom het altaar was enorm. Ik vind het prettig het zelf te doen, daar het een gevoel van eenheid opbouwt; gij allen wordt deel van een geheel, als gij het doet en het draagt er toe bij de priesters tot een ruimer bewustzijn op te heffen.

VRAAG: Wat betekent de zinsnede in de Priesterwijding: "Wiens zonden Gij houdt, dien zijn ze gehouden ".


ANTWOORD: Veronderstel, dat iemand bij mij komt biechten en zegt: Ik heb tien shilling gestolen- U zoudt het misschien raadzaam achten met Uw absolutie te wachten, totdat hij het geld had gerestitueerd. Of als ge niet helemaal zeker bent van iemand's oprecht berouw en wroeging, zoudt ge hem kunnen voorstellen er eens goed over na te denken en dan weer bij U terug te komen. Deze kwestie van "iemand zijn zonden houden", slaat ook op de woorden "Wat gij op aarde bindt, zal ook in de hemel gebonden zijn", en het kan iets te maken hebben met het ontkennen van karmische werking.

De kwestie is, dat het, aangezien het een zinsnede is, die geruimen tijd in andere Kerken gebezigd is, moeilijk zou geweest zijn ze weg te laten. Overigens kunt ge het gemakkelijk verklaren op de manier, waarop ik dat zojuist deed. Gij zijt niet verplicht absolutie te schenken, als ge denkt, dat de persoon in kwestie niet oprecht is.

VRAAG: Wat is het verschil in de uitwerking van de Hostie, als iemand communie neemt en als hij slechts in de aanwezigheid is van het Sacrament?

ANTWOORD: Ik geloof, dat het slechts een vrij groot verschil in gradatie is en niet een verschil in hoedanigheid. Gij brengt de kracht zeer stellig een trede omlaag, wanneer ge communie neemt. Als ge aanwezig zijt bij het celebreren en de priester neemt communie, dan ontvangt iedereen het bij overdracht op het etherisch niveau; maar zo ge de Hostie physiek tot U neemt, dan is daar een veel krachtiger reactie op de Christuskracht en deze zal enige uren lang van U uitstralen. Maar als ge in de tegenwoordigheid zijt van de Hostie straalt Het niet van U uit. Het straalt slechts op U neer. Gij straalt wel, maar niet in diezelfde mate.

VRAAG: Is het in de Genezingsdienst bij het opleggen der handen goed ze stevig neer te drukken?

ANTWOORD: Leg de handen licht op het hoofd; U hoeft niet stevig te drukken.

VRAAG: Zoudt U ons alstublieft wat meer willen zeggen over de uitwerking en de werking van de kaarsen? En waarom wordt er geen kaars gebrand voor de Tweede Straal? Ligt de macht van de Tweede Straal in de stilte?

ANTWOORD: De macht van de Eerste Straal ligt nog veel meer in de stilte. Deze ligt ver boven alle gesproken woorden. Oorspronkelijk waren de kaarsen niet bestemd iets te maken te hebben met de Zeven Stralen. Weet U, in het begin werden de kaarsen rond het Altaar opgehoopt.

Te Sarum (Salisbury, een kathedraal in Engeland) waren er twee kaarsen op het Altaar en vier op de stijlen aan weerskanten van het Altaar, net zoals bij onze zijaltaren hier. Er is telkens weer verandering in gebracht. Ik ben er zelf nog helemaal niet zo zeker van of het niet beter zou zijn nog een zevende kaars te hebben voor de Tweede Straal bij elke Mis, die er wordt opgedragen. Maar erg belangrijk is dat niet.

Er wordt een zevende kaars aangestoken als er een Bisschop is, omdat zijn bewustzijn, dank zij zijn bisschopswijding een trede hoger gaat dan dat der priesters. Dat helpt uitdrukking te geven aan de Buddhische hoedanigheid. De zevende kaars wordt natuurlijk vertegenwoordigd door de Hostie; de Hostie is het speciale kanaal voor de Tweede Straalsinvloed.

VRAAG: Is het "eeuwigdurend licht" niet het symbool van de Tweede Straal?

ANTWOORD: Ja, ik geloof wel, dat U dat zo zoudt kunnen opvatten.

VRAAG: Als U het Kruis wierookt, stijgt dat dan niet op naar de Tweede Straal?

ANTWOORD: Ja, natuurlijk.

VRAAG: Helpt het dit Centrum hier en ook onze speciale kerken, als wij aan Huizen denken, wanneer wij de H. Mis opdragen in onze eigen plaatsen?


ANTWOORD: Het zal altijd beide betrokken partijen helpen, als ge een verbindingshandeling uitvoert met deze plek. Het is een ideaal schema: Om, als het ware, één groot uitstralend centrum te hebben en een aantal andere in een levende betrekking ermee. Het is nuttig om bij de Collecten of bij de eerste wieroking aan te schakelen.

VRAAG: Komt het er erg op aan, als een gemagnetiseerd voorwerp verloren raakt?

ANTWOORD: In de regel doet het niet erg veel schade, geloof ik. Als het voorwerp echter aan een van de Meesters is aangeschakeld wordt het een ernstiger kwestie.

Wat het gebruik van gemagnetiseerde voorwerpen in het algemeen aangaat, deze zijn klaarblijkelijk van grote hulp. Ze houden U sterk gespannen in Uw min of meer bewuste momenten. Dat betekent niet, dat Uzelf moeite moet doen; maar ge kunt Uw aandacht niet aldoor op z'n allersterkst spannen. Er gaat veel tijd voorbij, dat ge in een dromerige of liever gezegd onderbewuste toestand verkeert en dat gemagnetiseerde voorwerp dient dan om U gespannen te houden. Behalve dat ze U gespannen houden, kunt ge er in noodgevallen kracht uitputten om anderen te helpen; en verder is er Uwerzijds ook de bereidheid ze te dragen, opdat gij er zelf door wordt geholpen.

VRAAG: Welke formule moet iemand gebruiken om dingen te zegenen voor dat doel? .

ANTWOORD: Er is een gebed in de Liturgie voor het zegenen van voorwerpen in het algemeen; maar na verloop van tijd zult ge leren om geen bepaalde formule meer nodig te hebben. Wij moeten in de Kerk doelmatige woorden gebruiken, omdat wij de zaak in het openbaar doen; maar als het privé gedaan wordt, is een speciale formule niet nodig; iemand die meditatie of concentratie heeft beoefend, heeft niet zozeer behoefte aan woorden, ge kunt Uw eigen woorden gebruiken aangepast aan Uw doel. Het zou zeer zeker goed zijn al de juwelen en dergelijke met water en zeep te reinigen of met wat ook om ze terdege schoon te maken.

VRAAG: Mag het Chrisma gebruikt worden?

ANTWOORD: Neen, Wijwater kan men gebruiken om mee te reinigen, maar het Chrisma alleen om te zegenen. Ja U zoudt een edelsteen kunnen leggen onder de Kelk.

VRAAG: Hoe kan iemand weten, wanneer een voorwerp gereinigd is? Gisteren bv. zei U, dat een briljanten ring een kwartier nodig had.

ANTWOORD: U kunt het niet weten, als U het niet kunt zien. U moet er alleen maar het beste van maken. Als ge U inspant om dat te doen, zult ge er zeer zeker iets van maken.

VRAAG: Zal een talisman, die op de juiste wijze gemagnetiseerd is, en verzegeld, weer invloeden van buitenaf opnemen en weer opnieuw magnetisering nodig hebben?

ANTWOORD: Ik geloof van niet, als het op de juiste wijze gedaan is, of schoon het een zekere hoeveelheid onreinheid om zich heen kan verzamelen.

VRAAG: Hoe lang zal een gemagnetiseerd voorwerp de uitwerking van het magnetisme behouden?

ANTWOORD: Dat hangt af van degene, die het gedaan heeft en het doel, waarvoor het gedaan werd en voor hoelang. Ringen zijn een lastig geval, vooral als men ze aan de rechterhand draagt, aangezien men voortdurend andere mensen de hand drukt en de ring het magnetisme absorbeert. In zo'n geval is het heel goed van tijd tot tijd de zaak nog eens over te doen.

VRAAG: Is het goed kamers te exorceren?

ANTWOORD: Dat is een heel goed plan.



Deze toespraken zijn op 1 september 2003 gecopieeërd

van een verslag uit 1928 door

Pr. T.F. Fokker

[* No filter found for the requested operation. | In-line Graphic.WPG *]

Uitgave Gabriël

Andantestraat 29

1312 TR Almere

E.mailadres: foktjong@wishmail.net

Tevens zijn de volgende boekjes uitgegeven door Uitgeverij Gabriël:

1. Symbolen die in de kerk gebruikt worden, pr. T.F. Fokker.

2. Wat kunnen we onder een rituaal verstaan, pr. T.F. Fokker.

3. Hoe kunnen we scheppend iets bouwen, pr. T.F. Fokker.

4. Het ontstaan van de wijdingen, pr. T.F. Fokker.

5. Krachten in de kerk en in de mens, pr. T.F. Fokker.

6. Het Gat in het leven van Jezus, Nikolaus Nottowitsch.

7. Wali Sanga, De Javaanse Geheime Leer, H.A. van Hien.

8. Wanneer de Zon naar het Noorden gaat, Mabel Collins