vkvisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

back home up next

Maria, Wereldmoeder en de Godin van het Westen

Johan Pameijer

Onvruchtbaarheid is in de joodse traditie een tragische zegen. De vrouw die eraan lijdt ondergaat de last van kinderloosheid klagend en smekend en steevast wordt haar schoot gereserveerd voor een goddelijk kind. Dat was het lot dat Anna, de latere moeder van Maria, deelde met Sara, Rebekka en Rachel, de drie aartsvaderlijke moeders. "Ik ben een vervloeking geworden in de ogen van Israël. Zij hebben mij bespot en uit de tempel weggehoond", klaagde Anna. Nog geen dag later kondigde een engel haar een kind aan. "Heel de wereld zal over uw nakomelingschap spreken". Alles jubelde in echtgenote van de tempelpriester Joachim. Zo groot was haar opluchting dat zij in haar opwinding bezwoer haar kind als gave aan de tempel af te staan, zodat het haar Heer zijn leven lang zou dienen.

Dat kind was Maria, de moeder van het westen, godin over leven en dood en behoedster der zielen. Op de dag van haar geboorte riep Anna luid: "Op deze dag is mijn ziel groot gemaakt". Zorgzaam gaf ze het kind de borst en noemde het naar het bittere water, dat in het verre India met de naam Maya, begoocheling, werd aangeduid. Maria is ons meest nabije mysterie. Ondanks dat de evangelisten haar nauwelijks noemen is zij de grootheid van de ziel.

Dezer dagen werd in de kerken zowel haar geboorte als haar ten hemelopneming gevierd. Haar zeven feestdagen (geboorte, presentatie in de tempel, Maria boodschap, de onbevlekte ontvangenis, de ontmoeting met Elisabeth, Maria Lichtmis en haar ten hemelopneming) vormen tezamen de binnenring van het kerkelijke jaar van Christus. Terwijl zijn hoogtijdagen de ervaringen van de geest herdenken zijn de gedenkdagen van Maria de hoogtepunten in de evolutieweg van de individuele ziel.

Wij beseffen amper dat de emancipatie van de vrouw inzette op Allerheiligen 1950, de dag waarop de paus in Rome het feest van Maria's ten hemelopneming tot dogma uitriep. Dit feit met zijn gevolgen trok ook de aandacht van Carl Gustav Jung, die er in zijn boeken meermalen aan refereerde. Sedert die eerste november heeft de westerse wereld zijn godin terug. De vrouwelijke eigenschappen in het karakter vroegen meer aandacht en kregen eindelijk hun kans om de mannelijke overheersing, die vele oorlogen heeft veroorzaakt, te doorbreken. Rede, overleg en medegevoel gingen, zelfs in de wereldpolitiek een grotere rol spelen.

Alle culturen bezaten hun godin. Het shintiosme van Japan vereerde Amaterasu, de zonnegodin wier tempelhart nog steeds om de twintig jaar ritueel wordt afgebroken en weer opgebouwd. Mamacocha zwaaide de scepter in het oude Incaland. India vereerde de sjakti, de vrouwelijke wederhelft van Shiva onder de namen Sarasvati, Parvati, Kali en vele anderen. Sumeriërs en Chaldeeën kenden haar als Inanna en Isjtar, terwijl in de Klein-Aziatische landen Astarte met de vele borsten in hoog aanzien stond. Uiteindelijk had Egypte in Isis een machtige levensgodin, wier tweelingzuster Nephtys verantwoordelijk was voor de verzorging en begeleiding van de doden.

De afwezige Maria
In de eerste eeuwen van het Christendom was Maria vrijwel onbekend. Wie zich verdiept in de gnostische teksten wordt getroffen door het ontbreken van de moeder van Jezus. Daarentegen ontvangt Maria Magdalena alle respect als de vermoedelijke echtgenote van de Heer. Maria de moeder ging schuil achter haar zoon, die alle aandacht voor zich opeiste. Twee keer schilderen de evangelisten haar in de nabijheid van haar zoon en beide keren krijgt zij een uitbrander van hem: "Weet u niet dat ik de dingen van mijn Vader moet doen?" en "Vrouw, wat heb ik met u van node" zijn pijnlijke standjes voor de Wereldmoeder, die ook in de evangeliën onder allerlei vermommingen van zich heeft doen spreken. Nee, deze vrijwel afwezige Maria speelde in de vroege theologie geen rol van betekenis. De godin die oogluikend werd toegelaten was niemand minder dan Isis, de Egyptische gade van Osiris, wiens moederschap over Horus ten voorbeeld is gesteld aan de traditionele voorstelling van Maria met Jezus.

Haar Eerste Stapjes
De biografie van Maria, zoals die wordt meegedeeld in het apocriefe geschrift De geboorte van Maria herinnert ons aan een paar saillante momenten uit het leven van het kleutermeisje. Toen ze zes maanden was zette haar moeder haar op de grond en ze wankelde haar zeven stapjes. Waarop de moeder een schokkende gelofte deed. "Zo waar de Heer mijn God leeft, jij zult niet meer op deze grond rondstappen tot ik je in de tempel van de Heer breng." Op pijnlijke wijze werd het meisje afgeschermd van de wereld. In onze ogen kreeg het kind daardoor een beklagenswaardige jeugd.

Op haar derde jaar werd zij definitief naar de tempel gebracht. Stel je voor, het kind sputterde tegen. De tempelmaagden moesten er met hun brandende toortsen bij worden gehaald om te voorkomen dat het kind zich zou omkeren en weghollen. Maar na enige tijd zegende de priester haar. "De Heer heeft uw naam groot gemaakt onder alle geslachten." Hij zette haar op de derde trede van het altaar en op die plek danste het kind op haar kleine voetjes.

Wel niemand zal denken dat dit zuivere historie is. Wij vergeten wel eens dat de auteurs in de oudheid geen geschiedenis schreven maar religieuze mythen noteerden. Het meedelen van iets in mythen was in die dagen de gebruikelijke manier om kennis over te dragen. In de evangeliën was dit niet anders. Vandaar dat de mythologie van de vier evangeliën om een achterliggende werkelijkheid gaat die niets te maken heeft met geschiedenis. De legende van Maria wil niets anders onder de aandacht brengen dan de werkelijkheid van de menselijke ziel.

Maria is het zinnebeeld van de Wereldmoeder, die bij de schepping onder de gedaante van de wateren werd overschaduwd door Gods Geest. Uit deze allereerste conceptie, weergegeven in het openingsvers van de bijbel, vloeit al het bestaande voort. De wateren delen zich in de wateren onder en boven het uitspansel en de waterniveaus worden gevuld met vissen (het onbewuste) en vogels (het bovenbewuste), waarna de wateren onder het uitspansel nog eens worden gesplitst in het fysieke water van de zeeën en rivieren en het droge land. Daarop verschijnen dan achtereenvolgens de planten- en dierenwereld, gevolgd door de schepping van de mens, uit wie tenslotte weer de mannin wordt gemaakt.

Dit hele verslag behelst de evolutie van de Wereldziel, die zich splitst in de talloze individuele zielen. Deze wereldziel neemt gestalte aan in Eva, de mannin, die zich laat verleiden van een verboden boom te eten, waardoor de mens over kennis gaat beschikken die hij nog niet aan kan. Evenals de gnostische Sophia wordt zij de moeder van alle levenden en ketent hen aan de kringloop van leven en dood. Het ligt in de lijn van de evolutie dat zij ook weer zorgt voor een Verlosser, die de mensheid kan helpen de vicieuze cirkel van leven en dood te doorbreken, zodat zij bevrijd van alle zorgen kan opgaan in het wezen van God. Later zal Eva worden herboren onder de naam van het bittere water, Maria, de voorbeschikte moeder van de Verlosser.

Betekenis van symbolen
Dat Maria geen gewoon mens is zal iedereen duidelijk zijn. Haar beeld is dat van de godin die in vele gedaanten een vooraanstaande positie in tal van godsdiensten inneemt. Het meisje uit De geboorte van Maria is een goddelijk wezen. Haar eerste zeven stapjes zijn de zeven niveaus van bewustzijn die doorschreden moeten worden voor de ziel het goddelijke stadium bereikt en dat wordt in het verhaal verzinnebeeld door de gelofte van moeder Anna: "Zowaar de Heer leeft zul je niet meer op de grond rondstappen tot ik je in de tempel breng".

Drie jaar later, de symbolische periode van de voltooide kringloop, wordt zij door de hogepriester op de derde tree gezet. Dat is de plaats van de Heilige Geest in de Drievuldigheid, een plek die in de Indische triniteit wordt ingenomen door de god Shiva, die eveneens dansende wordt voorgesteld. Dansende schiep hij de wereld. In de cirkelende bewegingen van de hemellichamen rondom elkaar herkennen we de eeuwige dans van de scheppende godheid.

Maria danst op haar voetjes zoals Shiva danst bij het scheppen van de wereld en Jezus, volgens de apocriefe Handelingen van Johannes, danste kort voor de kruisiging met zijn discipelen, opdat zij zichzelf konden zien in hem. Veelbetekenend voegde hij er aan toe: "Zwijg over mijn geheimenissen". Een geheimenis is dat dansen zeker. Het is een verwijzing naar de eeuwige beweging die in de vijftigste logion van het Evangelie van Thomas in verband met de Heilige Geest in samenhang met de rust wordt genoemd. De Heilige Geest is beweging en rust. In rust is hij de vanuit de diepte passief toeschouwende Vader, terwijl hij actief beweegt in de dynamische energie van de Moeder. Dat is het geheimenis waarover gezwegen dient te worden. De Moeder is het beeld van de Heilige Geest, de Geest Gods die volgens Genesis over de wateren zweefde. Het Nieuwe Testament begint met de overschaduwing van de maagd Maria door de Heilige Geest. Haar maagdschap is alleen te verklaren vanuit haar goddelijkheid.

Hoer of Heilige
"Gij zult uit zijn woord zwanger worden", had de engel voorzegd. "De kracht van de Heer zal u overschaduwen en het heilige dat uit u geboren zal worden wordt de Zoon van de Allerhoogste genoemd." Deze tekst uit De geboorte van Maria past niet bij een gewone vrouw van vlees en bloed. Het is een bovenmenselijke profetie, gegeven aan een heuse godin, partner van God in het grote proces van Beweging en Rust. De openingszin uit het geliefde Magnificat spreekt boekdelen: "Mijn ziel maakt groot de Heer", verzuchtte de maagd toen zij zich de grootheid van haar Zoon realiseerde.

Het is een bizarre situatie, dat de maagd wie als driejarige de hoge verering ten deel viel van de hogepriester omdat zij deze Zoon zou baren, voor de rechtbank zou worden gesleept omdat zij ongewenst zwanger zou zijn. Josef, aan wie de zorg voor de tempelmaagd was toevertrouwd, kwam terug in het huis waar zij verblijf hield na een half jaar afwezigheid. De toestand waarin hij het jonge meisje aantrof verwarde hem. Ze stond tegen een lichte achtergrond en hij zag haar in profiel. Haar jeugdig silhouet vertoonde een gezwollen buik.

Meteen sloeg hij zich voor zijn hoofd, wierp zijn rouwkleed op de grond en liet zijn tranen de vrije loop. Toen hij wat begon te bedaren richtte hij zich op en keek haar aan. "Met welke ogen moet ik opzien naar de Heer, mijn God en wat moet ik bidden? Als maagd heb ik haar uit de tempel ontvangen en ik heb verzuimd haar te beschermen. Wie heeft mij bedrogen? Wie heeft haar onteerd?" Even gleed het silhouet van de slang in het paradijs door zijn geheugen. Had dat creatuur zijn verloofde misschien verleid?

Het gesprek dat volgde was langdurig en indringend. Telkens probeerde zij haar onschuld aan te tonen: "Ik weet niet waar het vandaan komt, zowaar de Heer leeft. Ik ben rein en heb geen gemeenschap met een man gehad".

Zij kon niet weten waar de Boeddhisten al vele jaren mee vertrouwd waren. In de gedaante van een witte olifant ging de Boddhisattva driemaal om het rustbed van koningin Maya heen, opende dan haar rechterzijde en werd in haar lichaam opgenomen. Zelden heeft een Christen zich de strekking van dit Boeddhistische woord volledig gerealiseerd. Zou het kunnen zijn dat de witte olifant een symbool is? Aanhangers van de oosterse wijsheid weten dat niemand minder dan de god Ganesha verschijnt in de gedaante van een witte olifant en Ganesha is het zinnebeeld van de wijsheid, een hoedanigheid die bij de Christenen door de Heilige Geest wordt vertegenwoordigd.

Eeuwenlang gold het als blasfemie te beweren, dat Maya de vrucht droeg van de Heilige Geest, die onder de gedaante van een witte olifant op haar was neergedaald. Maar de Boeddhistische legende verwoordt in wezen precies dezelfde gebeurtenis als de Christelijke mythe. In deze gelijkluidende verhalen uit oost en west werd het archetype van het collectieve onbewuste actief.

Soortgelijke conceptieverslagen komen in het wereldwijde spectrum van de mythologie voor. Weliswaar vertolkt in regionale beelden en kleuren, maar steeds reagerend op impulsen die opstijgen uit het collectieve bewustzijn van alle mensen uit alle tijden. De Christelijke Heilige Geest, die Maria overschaduwde is in het Verre Oosten Ganesha, de witte olifant die de Wijsheid representeert. Uit diverse bijbelse anekdotes blijkt dat Maria zelf het beeld van de Wijsheid is, een Wijsheid, die volgens Spreuken 9 een huis bouwde en haar zeven pilaren oprichtte. Deze zeven pilaren zijn dezelfde als de zeven eerste stapjes van het meisje Maria.

Het bittere water
Maar de mens kon en kan nog steeds niet begrijpen, dat een zwangere maagd niemand anders kan zijn dan de ongerepte Wereldmoeder, de beweeglijke partner van de rustende Vader. Daarom werden Maria en Josef beiden voor het gerecht gedaagd. In hun hoogwaardige wijsheid konden ook de hogepriesters niet begrijpen, dat Maria anders dan door de daad van een man bevrucht kon worden. Was de hoogwaardigheidsbekleder dan helemaal vergeten dat hij Maria had verwelkomd met de woorden: "Vrees niet, Maria, want gij hebt genade gevonden bij de Almachtige. De kracht van de Heer zal u overschaduwen. Het heilige dat uit u geboren zal worden wordt de Zoon van de Allerhoogste genoemd"?

Dertien jaar na het uitspreken van deze klassieke tekst troonde hij met verheven arrogantie op zijn zetel boven de kleine Maria, de ogen priemend gericht op de onschuldige beklaagde. Het boek De geboorte van Maria doet getrouw verslag van het proces. De hoogepriester die Maria hemelhoog prees als de moeder van de Allerhoogste verzuimde niet haar nu te vernederen als een onbetrouwbare hoer, die haar lichaam had geleend aan de eerste de beste verkrachter. Hij veroordeelde het paar tot het drinken van het zogenaamde testwater, de gifbeker die het bittere water van de aardse gerechtigheid bevatte. Deze proef zou uitwijzen of er een hemels gerecht bestaat dat beide verdachten beschermt en zegent. Nadien zou een gnostisch dichter de Wijsheid de volgende spreuk in de mond leggen: "Ik ben de hoer en de heilige..."

De beker voelde koud aan en de handen die hem omvatten trilden. Wij moeten geloven dat Josef voor zijn leven vreesde, maar dat Maria de kracht van vertrouwen in zich voelde oprijzen. Tegelijk zetten zij de beker aan de lippen. Kil gleed het bittere vocht hun kelen binnen. Zou het hun lichaam tot in al zijn poriën vergiftigen? Of zou de geest zegevieren over de weifelmoedige poging van de mensen een ongerechtigheid aan het licht te brengen? Nadat ze hadden waargenomen dat het kille vocht zijn weg in hun lichamen zocht stuurde de hogepriester hen naar buiten, de bergen in. Samen wankelden ze weg, twijfelend nu het erop aan kwam standvastig te zijn of wellicht toch diep overtuigd van de waarheid van het wonder. De verslagen zijn kort en bondig. De geboorte van Maria meldt eenvoudig, dat zij behouden terugkeerden. "En het hele volk verwonderde zich dat bij zich hen geen zonde had geopenbaard."

Dat de Maria van de Schriften boven alle aardse beperkingen stond wordt er duidelijk door bewezen. Maar dat de Madonna tot de diepste dalen van de aarde moest afdalen is evenzeer een feit, dat zij bovendien deelt met alle moedergodinnen voor haar. Maria werd in de wereld geworpen, verguisd en gewantrouwd en vervolgens (bijna) vergeten. De veroordelende hogepriester kan geen ander zijn dan de god van het dodenrijk, die reeds op zoveel andere godinnen zijn tanden had stukgebeten. Uiteindelijkzegevierde het goddelijke in de mens over het onrecht van de wereld.

Mede dank zij een pauselijke beslissing werd Maria weer op haar hemelse troon teruggezet. Haar stem wordt nog steeds gehoord in de prachtige muzikale uitvoeringen van de Magnificat: "Mijn ziel maakt groot de Heer". Ver daarachter haar klinkt nog de verflauwende echo van haar moeder Anna. "De Heer heeft mijn ziel groot gemaakt", verzuchtte zij toen haar baarmoeder eindelijk werd gevuld. De beide uitspraken markeren een wereld van innerlijke ontwikkeling. De moeder beschouwde het nog als een eer, dat haar ziel was uitgekozen om Maria te baren. Maria daarentegen offerde haar ziel ten behoeve van de Heer, die in haar mocht groeien. De moeder ervoer een vervulling, de dochter bracht het offer van zelfvergeten. Terwijl Anna de wereld nog door de bril van het ego bekeek deed haar dochter Maria afstand van alle eer en gaf zich eenvoudig over aan de Wil van God.

Dat maakt het leven van Maria tot een machtige metafoor van de evolutiereis die de menselijke ziel heeft af te leggen. Tegenwoordig lijkt de bijna vergeten godin haar zoon in populariteit te overvleugelen. Nadat de mannelijke suprematie eeuwenlang heeft gefaald is het de beurt aan het vrouwelijke principe om de mensheid met moederlijke zorg naar vrede en welvaart te begeleiden. Een nieuwe fase in de menselijke evolutie lijkt aan te breken. Nu het materialisme een punt van verzadiging bereikt krijgt de ziel de kans om meer aandacht te vragen. Alleen een zielrijke wereld aan de hand van de godin is in staat het welbevinden van steeds meer mensen te bevorderen. Dan zal haar leven zeker niet onvruchtbaar blijven.

Email: Hier klikken. Home pages:English French Dutch