vkvisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

vorige home boven volgende

"Gij zijt het licht,

laat het licht schijnen"

consecratie en communie in de V.K.K.

Frits Evelein

De consecratie is een heel bijzonder moment in de H. Mis. Het is een onbeschrijflijk keerpunt, een kwantumsprong waarbij stof en geest één worden. Alles komt samen in een grootse lichtgloed en raakt aan de meest vitale levensprocessen die voortdurend werkzaam zijn. De uitreiking van de communie laat een zelfde omkering plaatsvinden in onszelf. In ons rijst voor een moment als een stralend visioen de hemelse mens op. In dit moment vallen alle scheidslijnen weg en staat in een vurig lichtgewaad onze hemelse mens op. Diep klinkt de tijdloze mystieke mantram "Gij zijt het licht, gegroet o goddelijk licht, laat het licht schijnen".

George Arundale, destijds bisschop in de V.K.K., schrijft in zijn boek Nirvana, waarin hij zijn persoonlijke ontdekkingstocht op de zielegebieden weergeeft, een eigen impressie van de consecratie in de H.Mis.

"Het leek mij, dat dit heerlijk sacrament voortdurend op alle gebieden plaats heeft. Als wij het hier beneden verrichten, doen we niets anders dan ons voor een ogenblik in bewuste aanraking brengen met het eeuwige proces, en worden we slechts vrije kanalen, waarlangs het zich in en door ons kan uitdrukken". "... Ik zag ook, dat de Heilige Mis de uitdrukking is van de Wet van het zich ontplooiende Leven. Daaruit volgt, dat voortdurende Eucharistische processen plaatsvinden, evenals de processen van alle grote sacramenten. Sacramenten zijn offers, de openbaringen van Gods eeuwig en voortdurend offer. Wij zelf, en al wat leeft, wij zijn de belichaamde handelingen van Gods offer, en de eucharistie is een van de groeivormen van alle dingen."

Het hart van de Mis is het aanraken van het meest wezenlijke en meest essentiële van het leven zelf. Het is de creatieve scheppende kracht die in alles werkzaam is die in volle omvang manifest wordt in een voor ons mensen tastbare vorm. Vele eeuwen is geschreven over dit mysterie dat ook wel de transsubstantiatie wordt genoemd, de omzetting van stoffelijke substantie van brood en wijn in geestelijke substantie van zuiver leven en zuivere liefde. Binnen de traditie van de Vrij-Katholieke Kerk, met name onder invloed van C.W. Leadbeater is een specifieke uitwerking van dit essentiële proces van de consecratie gegeven. In de Wetenschap der Sacramenten geeft hij een prachtige beschrijving van het innerlijke proces zoals dit plaatsvindt bij de consecratie. Eenvoudig weergegeven beschrijft hij dit als het omzetten van de substantie van het brood in goddelijke lichtsubstantie. Hij geeft een eenvoudig schema waarbij getoond wordt dat de geestelijke verbindingen van de elementen van het brood als het ware vervangen worden door een stilstaande bliksemschicht van het zuiverste goddelijke licht en leven. Deze goddelijke omzetting kent verschillende achtergronden. In de eerste plaats die van de glorie van de zegen van de Heer de Christus in zijn werkzaamheid als wereldleraar. Maar daarachter staat een nog veel dieper aanzicht dat doorstraalt in de hostie namelijk dat van de kosmische Christus als de goddelijke liefde van ons zonnestelsel dat deze liefdeswerkzaamheid als goddelijke essentie heeft. In de verstilling bij de consecratiewoorden vindt deze wonderlijke omzetting plaats als een lichtgeboorte in een donkere ruimte. Plotseling wordt deze ruimte geheel verlicht en opgenomen in een stralend leven en doortrokken met warmte, leven en beweging.

Werkzaamheid van de hostie
Zowel Leadbeater als Van der Stok beschrijven de verschillende werkzaamheden van de geconsacreerde hostie en wijn die een web van levend licht verspreiden en de ruimte van de kerk transformeren tot een kosmische ruimte.

Zij geven zeven verschillende werkzaamheden aan.

De eerste werkzaamheid van de hostie is een algemene uitstraling van licht en kracht naar alle richtingen, in de ruimte, in de gemeente, door de kerkmuren en de omringende wereld. Het is een straling van licht en leven die heel sterk is op de hogere gebieden, die we gebieden van de ziel kunnen noemen.

Een andere bijzondere werkzaamheid van de hostie is een uitstorting van licht als antwoord op diepe toewijding en ontvankelijkheid van mensen. Het is alsof het licht van het sacrament uitstraalt naar elke menselijke graal die zich aanbiedt om gevuld te worden en te dienen als kanaal voor de omzetting van dit leven in de menselijke wereld.

Een derde werkzaamheid die beschreven wordt verloopt via de bemiddeling van de engelen. Hierbij kunnen wij ons voorstellen dat de schitterende lichtvorm van de H.Mis – de tempel van licht, zoals we die in de Mis noemen – vervuld raakt van het licht van de Christus. Aan het einde van de ritus wanneer alle handelingen zijn verricht, wordt dit licht uitgezonden als een gouden lichtstroom over de wereld, naar die plaatsen waar heling en verlichting nodig is. De engelen zijn de bouwers en lichtdragers die er voor zorgen dat de lichtessentie daar komt waar nodig.

In diensten waar de hostie geplaatst is in de monstrans, zoals bij het H. Lof en wanneer het sacrament in de monstrans is uitgesteld, wordt weer een geheel andere kwaliteit van de lichtessentie verspreid. In het bijzonder tijdens een processie met het allerheiligste vult de kerkruimte zich met een lichtgloed van onbeschrijflijke luister. Tijdens de zegen met het sacrament bij het H. Lof is het alsof alle grenzen vervagen en een stroom van licht alles vervult en met een zachte tedere aanraking omhult.

De geconsacreerde wijn, waarin een stukje van de hoste wordt gedaan, geeft weer een geheel andere kwaliteit. Hierbij wordt in het bijzonder het hoger bewustzijn en de geestelijke intelligentie aangesproken vanuit zijn eigen lichtwezen. Als een rode gloed straalt deze lichtessentie door de ruimte. Hier wordt de intuïtie aangesproken, die zuivere en essentiële vrouwelijke kwaliteit in de mens die het denken kan opheffen tot ver over de grenzen van zijn eigen beperking en zijn zelf instandhoudende illusie.

Van der Stok geeft ons als zesde uitstraling van het sacrament de etherische werking door de geur. Dit is iets wat met name de priester direct ervaart omdat hij met de sacramenten omgaat. Inderdaad is de zuivere geur van de ongegiste druivensap – in de Vrij-Katholieke Kerk wordt alcoholloze druivensap gebruikt – een tere aanraking van een frisse zoete heldere kwaliteit die als een vorm van vitaliteit van de heer de Zon door de lucht wordt verspreid.

Tot slot is er de uitstraling bij de communie. Hier zullen wij zodadelijk dieper op in gaan.

Het kosmische offer
Van groot belang bij dit alles is het principe van de herhaling van de Grote Wet van het zich ontplooiend leven zoals Arundale zo treffend beschrijft. Alles is een expressie van het grote offer van het Ene Leven en de sacramenten zijn een zeer essentiële benadering daarvan. In de Upanishaden en in de Bhagavad Gita wordt niet voor niets gesproken over het mystieke gegeven dat alles wat als een werkelijk offer wordt gegeven identiek wordt aan de Godheid. Alles leeft, beweegt en is door Zijn offer. De herhaling van het scheppende offer raakt aan de meest essentiële levenskrachten die er zijn. Dit is ook de diepe reden waarom wij in de H.Mis na de consecratie zeggen:

"Daarom O Heer en Hemels Vader, indachtig aan het onuitsprekelijke offer van Uw Zoon, bieden wij, Uw dienaren, U de kostbaarste gave aan, die Gij ons gegeven hebt, ten teken van onze liefde en van de volmaakte toewijding van ons verstand en ons hart. En wij bidden U, dat Gij door Uw heilige engel onze offeranden wilt doen brengen naar Uw altaar in de hoge, opdat deze daar opgedragen mogen worden door Hem, die als de eeuwige Hogepriester voortdurend Zichzelf offert als het eeuwige offer".

Hierdoor wordt de consecratie die zojuist heeft plaatsgevonden herhaald op een kosmische schaal. We komen op dit moment in de dienst in de sfeer van de Kosmische Christus, de Logos, de Heer van de Zon, de Zon van gerechtigheid zoals deze ook wel wordt genoemd.

Zo weerspiegelen wij in de rituele handelingen een essentieel proces van eenheid. De offergaven zijn wij zelf, onze zielen en lichamen, verbeeld in brood en wijn. Door onszelf te offeren wordt het grote proces van transformatie in werking gesteld. Deze transformatie leidt tot de ontwikkeling van de volmaakte mens in onszelf. Dit beeld wordt schitterend gegeven in de mis door de opheffing van de kelk met daarboven de hostie. De kelk staat daarbij voor het geestelijk lichaam, de wijn voor de ontwaakte ziel, de hostie voor de goddelijke zon, het licht van het allerhoogste, in de mens. "Zie en aanschouw het visioen van de volmaakte mens" lijkt wel te klinken in dit ene gebaar. Als priester ervaar ik dit moment als een heel bijzonder gebeuren. Het is alsof je de hele gemeente opheft en meevoert tot de oneindige hoogte van geestelijke vreugde waarin alles tijdloos "nieuw" is. Het is een machtige bekrachtiging van overgave en vervulling. Het is alsof op dat moment uit de gemeente de woorden klinken: "Ik ben de kelk, ik ontvang goddelijke leven en liefde. Ik ben het Licht, ik laat het licht schijnen". Weliswaar is dit een symbolische handeling maar tegelijkertijd is het een innerlijke werkelijkheid die doorstraalt in elke vezel van ons wezen. Na deze bekrachtiging van de volmaakte mens in de meest essentiële kwaliteit vindt het mysterie van eenheid in veelheid zijn vervulling. Het brood wordt gedeeld als het Ene leven dat zich toont als veelheid en toch één is. Op de pateen liggen de twee helften van de hostie en een klein stukje van de hostie wordt in de wijn gedaan.

Communie
De uitreiking van de communie is eveneens een zeer ontroerend en bijzonder gebeuren. Het is moeilijk om uit te leggen wat er precies gebeurt. Van der Stok beschrijft in het hoofdstuk over Corpus Christi in zijn werk De Hemelse machten achter het kerkelijk jaar net als Leadbeater in de Wetenschap der Sacramenten op schitterende wijze hoe bij de communie het licht van het sacrament wordt opgenomen in de mens die deze ontvangt.

De communie van de gemeente begint op het moment dat de priester de woorden uitspreekt: "Komt allen nader, gij die wenst deel te hebben aan het Lichaam en Bloed van onze Heer en ontvangt dit + allerheiligst sacrament". Als priester ervaar ik bij het kruisteken dat gemaakt wordt met de hostie net als bij het Heilig Lof of er een stroom van licht uitgaat naar de gemeente als een warme uitnodiging om dat te ontvangen wat de diepste lichtessentie is. Het maken van het kruisteken met de hostie is als het uitzenden van bundels van kracht en licht, als een stroom van geluid die als een roep uitgaat naar iedereen die in aanraking wil komen met het innerlijke licht.

Bij de uitreiking van de communie is er weer een geheel ander aspect. Wanneer de priester deze handelingen verricht, komt hij in contact met een moment van volledige overgave, misschien soms wel van kwetsbaarheid van de mens. Het zijn het Licht en Leven van het sacrament die deze ontvankelijkheid beantwoorden. Bij de woorden "Het lichaam…" maakt de priester een kruisteken iets boven het hoofd van de persoon die de communie gaat ontvangen. Dit kruisteken met het sacrament activeert het gehele lichtwezen van de mens. Dat is al sterk aangeraakt door de dienst, natuurlijk in de mate waarin de persoon zelf dit kan en wil laten gebeuren. Nu is het alsof een enorme stroom van licht van twee kanten geactiveerd wordt. Enerzijds vanuit de hostie naar het lichtwezen van de persoon, maar wat wonderlijk is, anderzijds vanuit het lichtwezen van de persoon zelf als antwoord terug naar de lichtessentie van de hostie. Bij dit kleine kruisteken transformeert voor een moment het menselijke lichtwezen zich, alle chakra's worden gelijkgeschakeld en de transcendente lichtkwaliteit van de mens (het chakra boven het hoofd) straalt als een zon met onbeschrijflijke schoonheid en daalt in het gehele systeem van de mens. Dan doopt de priester de hostie in de wijn en zegt "…en bloed van onze Heer Christus…". Met de woorden "beware u ten eeuwigen leven" legt hij de hostie op de tong. Het lijkt mij vaak alsof er niet iets wordt gegeven aan de mens maar veel eerder iets wordt wakker gemaakt dat al in de mens aanwezig is. Het lijkt wel alsof de roep die uitgaat van de lichtessentie van de hostie resoneert in het systeem en, hoe schuchter ook, beantwoord wordt met dezelfde lichtkwaliteit van binnen uit. Leadbeater en Van der Stok beschrijven dit moment als de transformatie van de mens tot een stralende zon van licht en luister. Het gehele systeem wordt voor een moment gestemd in zijn oorspronkelijke lichtkwaliteit. Het is aan de ontvanger van de hostie om deze afstemming te handhaven. Vaak blijkt dit moeilijk want de trillingen van de persoonlijkheid zijn hardnekkig en traag en versluieren vaak al snel deze zuivere en ijle lichtkwaliteit. Maar nu tijdens de communie staat de mens in zijn lichtwezen. Hier staat een vonk van licht, voortkomende uit het oneindige vuur van de schepping. Een koningsgewaad van stralende schoonheid en de belofte van wijsheid in zich dragend. Hier zien we het beeld van het ware priesterschap in ieder mens. Ieder mens is een offeraar, een lichtdrager en op dit moment wordt deze innerlijke kwaliteit het meest tastbaar. Het ontvangen van de hostie brengt ons in dit essentiële proces na de consecratie, de kosmische offering en het breken van het brood, naar het moment dat wij in ons gehele wezen stralen, we kunnen en we mogen schijnen met het gouden licht, we mogen volmondig zeggen in navolging van de duizenden en duizenden die de tijdloze mysteriën vierden en vieren "Ik ben het licht, ik laat mijn licht schijnen".

 

Zoek op Deze site email VKVisie
Kerkgemeentes in Nederland

Home pages op ../../../../../: English French Dutch