|
|
Relativeren Markus van Alphen Zodra iemand spreekt over mannen of vrouwen, dan is er wel iemand die zich aangesproken voelt. Dit gevoel herken ik in mezelf en observeer ik in mijn medemensen. Wat er ook gezegd wordt, het wordt dan onmiddellijk op een emotionele wijze persoonlijk aangetrokken. Vaak ten onrechte. Vaak heeft de persoon die iets probeert uit te leggen het niet eens over mannen en vrouwen, maar over iets heel anders. Als ik bijvoorbeeld constateer dat ik, als man, geen kinderen zal kunnen baren en dat mijn dochter, zoals dingen er nu uitzien, geen priester zal kunnen worden in de Vrij-Katholieke Kerk, zou men kunnen concluderen dat ik een discriminerende en vernederende opmerking gemaakt heb over vrouwen, terwijl ik alleen de situatie zoals die nu in werkelijkheid is, schets. U vraagt zich misschien af, waartoe dit betoog leidt. Welnu, twee aspecten wil ik trachten te belichten: volkomen vrijheid van denken en onderscheidingsvermogen. Aspecten die vaak genoemd worden in onze kerk, doch die zoals blijkt zo moeilijk in de praktijk te brengen zijn. Als wij kijken naar onderscheidingsvermogen, dan denken wij vaak aan het verschil herkennen tussen de dualiteiten van goed en kwaad, licht en duisternis, mannelijk en vrouwelijk. Een heel leven lang kan men worstelen om deze dualiteiten op te lossen. Met weinig succes totdat een andere dualiteit herkend wordt: die van de persoonlijkheid en de individualiteit, of, in de termen die in het Christendom gebruikelijk zijn, het lichaam en de ziel. Herkenning van deze dualiteit brengt ons tot de realisatie hoe tijdelijk ons bestaan als persoonlijkheid is, en hoe onbelangrijk de kleine dualiteiten zijn in vergelijking tot deze grotere dualiteit. Actief trachten deze te doorzien is een levenstaak en het zich richten op het leven van de ziel doet de andere dualiteiten vanzelf oplossen. Zodra wij ons realiseren dat de persoonlijkheid maar een fractie is van ons ware zelf, en dat wij in het verleden zo veel verschillende persoonlijkheden hebben gehad in vorige incarnaties, vervallen de grote verschillen tussen man en vrouw. Wij zijn geneigd ons te vereenzelvigen met het geslacht dat wij nu als persoonlijkheid dragen, en vergeten dat ongeveer de helft van onze vorige en toekomstige incarnaties van het andere geslacht waren en zullen zijn. Al onze gevoelens en gedachten zijn een resultaat van het verleden en een oorzaak voor de toekomst. Niet alleen uit ons individuele verleden en toekomst maar ook collectief. Aan het verleden valt weinig te veranderen, maar de toekomst bepalen wij zelf. Dit is dan de uitdaging voor ons als kerk: wanneer wij onze aandacht richten op het leven van de ziel, kunnen wij alleen de positieve zijde van het leven zien. Wij weten dat incarnatie noodzakelijk is om ervaring op te doen, waardoor de ziel verrijkt wordt. Wij weten evenzeer hoe tijdelijk zo’n incarnatie is. Laten wij de verschillen observeren zonder een oordeel te vellen. Waar past de vrijheid van denken in dit verhaal? Deze vrijheid heeft te maken met absolute en relatieve standpunten. Het is onlosmakelijk verbonden met de aspecten verantwoordelijkheid en respect. Alle standpunten die absoluut zijn, kunnen niet veranderen en betekenen dat er voor de houder van zo’n standpunt er geen andere mogelijkheid bestaat dan deze. Dat betekent dat alle standpunten die hier niet mee rijmen verwerpelijk zijn. De houder van een absoluut standpunt heeft dus geen vrijheid van denken en in zijn ogen kan of mag de ander hierin ook geen vrijheid van denken hebben. Een relatief standpunt ondersteunt deze vrijheid wel: een mening is alleen geldig voor de persoon die zo’n mening heeft, en in de nu geldende omstandigheden. De nu geldende omstandigheden zijn het resultaat van alle levenservaring tot op heden, niet alleen van de huidige incarnatie. Echter, deze mening is aan verandering onderhevig. Zodra een nieuw inzicht zich voordoet kan de mening, alsof het een wassen beeldje is, bijgewerkt worden. Absolute standpunten bestaan hoe dan ook maar in tijdelijke zin, want uiteindelijk is er in het leven van de ziel een natuurlijke groei naar verdraagzaamheid, waarin aan elk de mogelijkheid geboden wordt zijn eigen mening over elk onderwerp te mogen – zelfs te moeten – hebben. Wederom een reden dat in onze kerk geen dogma wordt onderhouden: slechts de eigen verworven waarheid heeft waarlijk betekenis. Een eigen mening hebben wil iedereen. Vrijheid van denken wil iedereen. Waar ligt dan de uitdaging? Een mening hebben en er mee te zweven naar gelang de mensen waar wij op dat moment mee omgaan is geen vrijheid van denken maar is opportunisme. Van vrijheid van denken is er slechts sprake als wij verantwoordelijkheid nemen voor onze mening. Dat houdt onder meer in dat wij de gevolgen van onze denkfouten aanvaarden, wetende dat onkunde wat fout is niet goedpraat. Als wij in de duisternis over een afgrond stappen, vallen wij toch, ook al konden wij door de duisternis de afgrond niet zien. Als wij uit angst voor de afgrond verstard blijven staan in de duisternis, vinden wij nimmer het licht. Denkfouten komen uit onkunde voort en de beste manier om onwetendheid te overwinnen is door fouten te maken en –door de gevolgen te ervaren- tot inzicht te komen. Hieruit vloeit respect. Niet alleen respect voor het wonderlijke dat in het evolutionaire plan vervat is, maar ook respect voor onze medemens. Het niveau van ontwikkeling van onze medemens is noch in absolute, noch in relatieve zin te bepalen, want iedere weg is uniek en ieder pad is geldig. Respect voor onze medemens houdt in dat wij hem zijn vrijheid van denken gunnen, al zijn wij het niet eens met een of andere mening die hij er op na houdt. In dit blad worden artikelen van auteurs van verschillende pluimage gepubliceerd. In ieder artikel zou elk redactielid een stelling kunnen vinden waar hij het niet mee eens is. Dit is dus niet een criterium voor het al dan niet plaatsen van een artikel. Wel toetst de redactie de lezenswaardigheid, de positieve inslag en de mate waarin het artikel in overeenstemming is met de leer van onze kerk. Nimmer is de redactie, noch de Vrij-Katholieke Kerk verantwoordelijk voor de inhoud van een artikel. Die verantwoordelijkheid ligt bij de auteur, zoals telkens op pagina 2 van ons blad vermeld wordt. Van tijd tot tijd wordt er een artikel geplaatst dat uitdagend genoeg is in de ogen van één of meerdere van onze lezers, om een reactie teweeg te brengen. Een in het vorige nummer verschenen artikel riep bij één van onze lezers genoeg vragen op om een brief aan de redactie te richten. Deze reactie respecteren wij ook. De redactie verweert zich niet voor het plaatsen van het artikel, dat naar onze mening aan de maatstaven voldeed om tot plaatsing over te gaan. Een ander vaak gehoord commentaar is dat het steeds maar de artikelen van dezelfde mensen zijn die gepubliceerd worden. Helaas is het zo, dat alleen dezelfde mensen telkens, ondanks vaak zware profane verplichtingen, de moeite nemen een artikel te schrijven en aan de redactie aan te bieden voor eventuele publicatie. Wij zijn dank verschuldigd aan diegenen die zo trouw onze tijdschrift ondersteunen, zowel onze abonnees als onze auteurs. Moge ook u zich geïnspireerd voelen de pen ter hand te nemen en ons allen te verrijken met uw inzichten!
|
|