|
|
De Stem van de Stilte Ellie de Smit ‘De stem van de Stilte’ is de titel van dat kleine boekje dat mevrouw Blavatsky geschreven heeft op het einde van haar leven. Een leven dat uiteindelijk leidde tot deze climax: De Stem van de Stilte of de éénwording met de inwonende godheid: Het worden wie je bent! De vergoddelijking van de mens. Onze leer, die zijn wortels in de theosofie heeft, maakt ons duidelijk dat wij niet het lager zelf zijn. Wij zijn niet het lichaam, we hebben een lichaam. We zijn die inwonende godheid zelf. We zijn die godsvonk, die in dat lichaam huist. We zijn allen goden in de dop! Hoe komt het dat daar meestal zo weinig van te merken is? Mensen vereenzelvigen zich met de persoonlijkheid of het lager zelf. Men denkt dat men de persoonlijkheid is, totdat er bij sommigen een bewustwordingsproces in gang gezet gaat worden. Eerst moet de mens zich bewust worden wie hij eigenlijk is en dat is nog maar het begin. Vervolgens zal die mens erachter komen dat ‘het werk’ pas gaat beginnen, dat vooraf moet gaan aan de geleidelijke vergoddelijking. De mens moet een weg gaan met veel obstakels die het eenwordingsproces in de weg staan. Het is een weg vol gevaren. In haar boekje ‘De Stem van de Stilte’ doet mevrouw Blavatsky bijna niets anders dan waarschuwen en wijzen op die gevaren. Om hier iets van te begrijpen is een bepaalde basiskennis onontbeerlijk en om te beginnen moet men weten hoe de mens in elkaar zit. Zoals de meeste van u weten is de mens zevenvoudig samengesteld. Voor de duidelijkheid wil ik nu even spreken over een indeling in tweeën, namelijk het sterfelijke deel en het onsterfelijke deel:
De belemmeringen en de gevaren bevinden zich in het sterfelijk deel, dus in het lager zelf. Het zijn het grofstoffelijk lichaam, het astraal lichaam en het lager denkvermogen. Dat zijn de drie probleemgebieden. Het gaat hier om een zuiveringsproces; de onzuiverheden moeten weg uit deze drie gebieden. Het grofstoffelijk lichaam Het astraal lichaam Het denkvermogen Wanneer men het denkvermogen beheerst, beheerst men eigenlijk het hele lager zelf, omdat de gedachte ten grondslag ligt aan alles. De beheersing van het astrale lichaam komt ook tot stand door het denkvermogen. Het denkvermogen is dan de wagenmenner. Dit vereist een bewuste, geconcentreerde levenswijze. Iedere gedachte moet in de gaten gehouden worden en in geval van afwijken direct bijgesteld worden. Allicht zal nu de vraag rijzen hoe een dergelijke manier van leven in het dagelijks bestaan in praktijk gebracht zou kunnen worden. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat men de hele dag met z'n hoofd in de wolken loopt en niet meer ziet wat er om hem heen gebeurt en natuurlijk moet men ook zijn hersens bij zijn werk houden. Maar afgezien daarvan is het ook zo, dat het niet bereikt wordt door enkel dertig minuten per dag te besteden aan bepaalde vastgestelde vormen van meditatie. Het vraagt inspanning om de hele dag, elke dag weer, uur na uur het bewustzijn zo dicht mogelijk te houden bij die plaats in het hoofd, waar de godsvonk zich bevindt, namelijk in de pijnappelklier. De pijnappelklier of epifyse ligt in het diepste centrum middenin het hoofd. Mevrouw Blavatsky spreekt hierover in de ‘Sleutel tot Theosofie’ (p. 111, onderaan). Zij zegt ook in ‘De Stem van de Stilte’: "dat is de plaats waar men het lager denkvermogen moet gijzelen"! Het is de bedoeling dat de mens zich gaat identificeren met de inwonende godheid en gezien de wet van oorzaak en gevolg zal geleidelijk de totale vergoddelijking plaatsvinden, namelijk het samensmelten van de godsvonk met het lager denkvermogen. Je wordt wat je denkt dat je bent! Het is een onafgebroken strijd om de hogere trilling in stand te houden. Het betekent de hele dag mediteren en in het hogere bewustzijn leven. Wanneer het geroezemoes van verlangens en begeerten en een dwalend denkvermogen verstomd is, dan treedt die 'Stilte' in, de Stem van de Stilte. Pas dan kan het Licht gaan schijnen, omdat de obstakels zijn opgeruimd! Wat zou een mens ertoe kunnen brengen een dergelijk Herculeswerk op zijn schouders te gaan nemen? Het moet iemand zijn die het lijden van z'n medemensen niet meer kan aanzien. Dat lijden dat veroorzaakt wordt door egoïsme en onwetendheid! Daarom is het nodig die weg naar binnen te gaan en te worden tot Liefde-Wijsheid en om zoiets te kunnen gaan betekenen voor de wereld. Belangeloze liefde voor de medemens moet eerst ontwikkeld worden en in toepassing gebracht. De ontwikkeling van het hart gaat aan de ontwikkeling van het hoofd vooraf.
|
|