vkvisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

vorige home boven volgende

Over het denken

en de consequenties van het denken

Ellie de Smit

In ons kerkblaadje stond een tijd geleden een stukje over ‘angst’ en hoe onze manier van denken daarbij een rol speelt. We werden in dat stukje ook uitgenodigd hierover eventueel verder te praten. Ik ben op deze uitnodiging ingegaan omdat het denkvermogen het instrument is waarmee we het evolutieproces van onszelf kunnen bevorderen en zo anderen kunnen helpen. Van de andere kant heeft het ook zijn negatieve kanten. Men kan er kwaad mee doen.

In dat stukje werd beschreven, dat, wanneer men de gedachte verandert, er een ander gevoel en een andere realiteit ontstaat. Ik heb er een paar elementen uitgehaald die me belangrijk leken:

A. Gedachten hebben gevolgen

B. Als de gedachten veranderen, veranderen de gevolgen

C. Het soort gedachten correspondeert met het soort gevolgen.

Dit betekent dat de gedachte de primaire oorzaak is van de verschijnselen. Als dit geldt voor gedachten van angst of het tegenovergestelde hiervan, dan geldt dat natuurlijk ook voor allerlei andere terreinen van het leven. Aan alles ligt de gedachte ten grondslag. Plato probeerde dit duidelijk te maken aan zijn toehoorders, aan de hand van het volgende verhaal:

Diep onder de grond, in een grot, zaten een aantal mensen, vastgebonden op hun stoel, Ze waren zodanig vastgebonden, dat ze niet opzij en ook niet achter zich konden kijken. Ze konden alleen maar voor zich uitkijken en zo keken ze uit op een grote kale muur voor zich. Achter deze mensen werd een vuur ontstoken en daarachter ging men beelden heen en weer dragen, zodat er op de kale muur een soort film ontstond. De dragers van die beelden begonnen ook te praten, zodat het net leek of die figuren op het scherm met elkaar in gesprek waren. Voor de vastgebonden toeschouwers leek het net echt en die bewegende, pratende beelden begonnen voor hen een eigen leven te leiden. Ze voelden zich erbij betrokken en ze zagen het als een realiteit. Op een gegeven moment werd één van de vastgebondenen losgemaakt en mee naar achteren genomen. Zo zag deze persoon wat er achter zat. Hij zag dat het beelden waren (beelden, gedachtebeelden, gedachten). Toen werd hij ook nog naar boven gebracht en kwam in het licht. Hij overzag nu alles. Direct daarna ging hij terug in de grot om aan de vastgebonden mensen te vertellen wat hij gezien had en hoe het in elkaar zat. Maar dat viel in slechte aarde. Ze geloofden het niet. Ze werden zelfs kwaad en wel zo kwaad dat ze hem wilden vermoorden.

Met dit verhaal wilde Plato ook aantonen dat iemand die zijn verlichte ideeën vertelt soms op ongeloof en agressie kan rekenen.

Toen ik me, enkele maanden geleden, aan het bezinnen was op deze inleiding, verscheen er in het Algemeen Dagblad een stukje van Rex Brico met ongeveer dezelfde strekking als het verhaal van de grot van Plato (co-incidentie, zo binnen, zo buiten). Het luidt als volgt:

‘In een moderne versie van het hindoeïstische geschrift Chandogya Upanishad komt een verhaal voor van een vader die zijn zoon er op uit stuurt om wijsheid op te doen. Wanneer de zoon na vele jaren terugkeert, vraagt de vader wat hij allemaal geleerd heeft. De zoon antwoordt dat hij geleerd heeft over de planten en de bomen, over de zon en de maan, over de mensen en de dieren. Op zijn vaders vraag of dat alles is, antwoordt de zoon met trots: "Ja vader, al die kennis heb ik opgedaan."

Daarop nodigt de vader hem uit mee naar buiten te gaan en voeren zij de volgende dialoog:

Vader: Wat zie je daar?

Zoon: Een nyagrodhaboom vader!

Vader: Wat hangt er aan die boom?

Zoon: Vruchten vader

Vader: Pak eens zo’n vrucht en snijd hem doormidden; wat zie je dan?

Zoon: Zaden vader

Vader: Snijd nu zo’n zaadje doormidden; wat zie je dan?

Zoon: Niets vader!

Vader: Inderdaad zoon. Omdat de essentie onzichtbaar is. Toch is uit dat niets, uit de onzichtbare essentie, die kolossale boom ontstaan. Probeer daarom inzicht in die essentie te krijgen, want pas dan heb je wijsheid.’

Waarom ziet een madeliefje er anders uit dan een paardebloem? Omdat het soort bewustzijn dat ten grondslag ligt aan het madeliefje een ander soort bewustzijn is dan dat van een paardebloem.

Het soort bewustzijn correspondeert met het soort uiterlijke verschijningsvorm en zo is dat in de hele natuur.

Waarom ontstaan er afstotingsverschijnselen bij orgaandonatie? Omdat het bewustzijn dat ten grondslag ligt aan het weefsel van de donor een ander soort bewustzijn is dan het bewustzijn dat ten grondslag ligt aan het weefsel van de ontvanger. Die weefsels zijn verschillend omdat de karakteristiek van die mensen verschillend is. Het soort bewustzijn correspondeert met het soort uiterlijke verschijningsvorm en daarom zijn die weefsels verschillend, ook al kan men dit niet zien. Het is levend weefsel wat je binnen krijgt. Er ligt bewustzijn ten grondslag aan dat weefsel.

Dus alle uiterlijke manifestaties hebben een geestelijke achtergrond, waardoor ze veroorzaakt zijn. Materie of de zogenaamd zichtbare realiteit is gekristalliseerde geest.

IJs is in feite water in vaste vorm en water is een vloeibaar geworden gas, namelijk waterdamp. De onzichtbare waterdamp is het ijs, het ijs is de waterdamp. Geest is materie (in gekristalliseerde vorm) en materie is geest.

Einstein zegt: "Materie is energie. De gedachte levert de energie. Dat is de oorzaak van de materie".

Het denken is een typisch menselijke functie. Maar was is een gedachte? Gedachten zijn vibraties. Tegenwoordig is dit met apparatuur aan te tonen. Een gedachte is dus een uiterlijke manifestatie. Dit betekent dat het gaat om atomen. Uiterlijke manifestaties hebben een stofzijde en een geestzijde. De geestzijde dat zijn de levensatomen. Dat betekent dat gedachten levende wezens zijn, dat gedachten levende wezens zijn kan ook aangetoond worden aan de eigenschappen van gedachten, net zoals alle levende wezens die hebben. Een gedachte is een geesteskind. Een gedachte wordt geboren. Een gedachte gaat dood als hij geen voedsel krijgt. Wordt een gedachte te veel gevoed, dan groeit hij uit tot een obsessie. Gedachten planten zich voort. Gedachten hebben een eigen karakter.

Aan alles ligt de gedachte of het bewustzijn ten grondslag. De gedachte is de oorzaak (net als de onzichtbare waterdamp). De uiterlijke manifestatie of de uiterlijke omstandigheden zijn het gevolg.

Gedachten moeten zich verwezenlijken omdat de wet van oorzaak en gevolg zich altijd voltrekt. Het hele universum hangt aan elkaar van oorzaak en gevolg. Als de wet van oorzaak en gevolg zich één keer niet zou voltrekken, zou het hele universum in elkaar storten. Dat zou de zwakke schakel zijn in de sterke ketting.

Er is maar één Oorzaakloze Oorzaak. Dat is de grote Moeder, waaruit alle leven is voortgekomen. Een gedachte is een zaad, dat altijd opkomt. En precies dat wat je zaait zul je oogsten. Mensen denken wel eens : "Ik denk toch wat ik wil". Maar gedachten zijn niet tolvrij. Voor veel mensen lijkt het leven een aaneenschakeling van toevalligheden. Velen zijn er van overtuigd dat de mens geen enkele invloed kan uitoefenen op zijn omstandigheden. Maar wie dat denkt onderschat zichzelf. Een mens is een wezen met grote mogelijkheden. Hij neemt in het evolutieproces een grote plaats in, omdat hij in tegenstelling tot de wezens die onder hem staan, zelf bewustzijn heeft. Hij kan kiezen en zelf de leiding nemen bij het denken. Dit geeft ons de macht om de wereld te veranderen. Als je iets wilt veranderen, moet je de oorzaak veranderen. De oorzaak is het denken. Men moet anders gaan denken.

Het aanpakken van de gevolgen, dus het ingrijpen in de wantoestanden heeft meestal weinig succes, omdat het steeds terug blijft komen, als de oorzaak niet aangepakt wordt. Dit betekent niet dat er niets gedaan zou moeten worden aan de wantoestanden maar het is wel dweilen met de kraan open. Het is symptoombestrijding. Dat is hetzelfde als wanneer je een aspirientje geeft aan iemand met een hersentumor. Dat is ook geen oplossing.

Andere mensen en de omstandigheden zijn nooit de primaire oorzaak. De mens is niet het slachtoffer, maar de ontwerper van de toestanden, door het denken. In het Boeddhistische geschrift "de wijsheid van Boeddha" staat het volgende:

"Alle verschijningsvormen van het bestaande hebben het denken als voorloper, het denken als opperste leider en uit het denken zijn zij gevormd. Lijden volgt hem die met onreine gedachten spreekt of handelt, zoals het wiel de voet volgt van degene die de wagen trekt.

Alle verschijningsvormen van het bestaande hebben het denken als voorloper, het denken als opperste leider en uit het denken zijn zij gevormd. Geluk volgt hem, die met zuivere gedachten spreekt of handelt, zoals zijn schaduw die hem nooit verlaat."

Gedachten zijn krachten. Gedachten hebben scheppingskracht. Het denken van de mens vindt schijnbaar in het verborgene plaats. Maar bij het zien van de wereld om ons heen, zou men zich moeten afvragen "Wat zit daar achter?" (grot van Plato)

Bijvoorbeeld landen die in oorlog zijn. Men kijkt naar het scherm. Oorlog komt niet zo maar uit de lucht gevallen (daarachter zit een geestelijke wereld van gedachten van haat, angst, vooroordelen, enz.) Deze geestelijke wereld kristalliseerde zich in de realiteit tot oorlog. Dit is dus een negatieve zaak maar van de andere kant kunnen liefdevolle positieve gedachten leiden tot een gekristalliseerde toestand van vrede. Vrede is iets wat je maakt.

De kracht van de positieve gedachte kan genezing van ziekte teweegbrengen. Het is gebeurd dat patiënten die door de arts waren opgegeven omdat ze een zogenaamd ongeneeslijke ziekte hadden, door de kracht van het denken volledig hersteld zijn, omdat ze zich zelf steeds voorhielden door auto-suggestie of door suggestie van anderen, dat ze zouden genezen.

Men kan bewust denken en men kan onbewust denken, dat wil zeggen met kan zijn gedachten bewust sturen of men kan zich laten denken. Bewust denken is bij het denken de teugels in handen houden, de beheersing van het denkvermogen. Dat is het bewust sturen van het denken en bij afdwalen weer terugbrengen, daar waar het thuishoort.

Het onbewuste denken is dat men zijn gedachten zo maar de vrije loop laat. Het klakkeloos meegaan in de negativiteit bijvoorbeeld bij televisie kijken of het oppakken van allerlei gedachten die om je heen zijn, waardoor je gedachten steeds de verkeerde kant opgaan met alle gevolgen van dien.

Omdat het vaak negatieve gedachten zijn en men kritiekloos mee zit te denken, gaat men onbewust meedoen met het versterken van de negativiteit. Daarom is het belangrijk de gedachten zelf in de hand te houden. Dit vereist waakzaamheid en oefening.

Als mens kunnen we door middel van het denkvermogen grenzeloze mogelijkheden ontwikkelen, omdat we in onze kern goddelijk zijn. Als de mens zijn denkvermogen leert beheersen, werkt de mens mee met de Oneindige Macht, die in hem woont. Een mens zou voortdurend voor ogen moeten houden dat de macht in hemzelf zetelt en niet in anderen. Zodra men macht toekent aan iets anders bijvoorbeeld omstandigheden of bacteriën, zijn we verdeeld in onze geest en zullen we geen succes hebben.

Met het denken kan men veel goeds doen voor zichzelf en voor de medemens en zo meewerken aan het evolutieproces of het Goddelijk Plan. Een mens is niet alleen voor zijn eigen geluk op aarde, maar zoals een bekend kunstschilder zei: "Hij is er om grote dingen voor de mensheid te doen" (op een stille onzichtbare manier door middel van het denkvermogen). Dat is als het ware het penseel bij het visualiseren, het denken in plaatjes waarbij men het doel dat men wil bereiken voor ogen ziet in zijn geest. Dat is de meest doeltreffende methode.

Er bestaat een gebed dat uitgegeven is door de Witte Loge. Dat zal ik zo geven. Maar om het te begrijpen moet ik eerst iets anders duidelijk maken. De ellende in de wereld komt voort uit onwetendheid en egoïsme. Het tegenovergestelde van egoïsme is onzelfzuchtige liefde en het tegenovergestelde van onwetendheid is wijsheid. Nu bevindt zich ons de godsvonk. Of liever gezegd wij zijn eigenlijk die godsvonk. Deze Goddelijke Vonk is Liefde en Wijsheid.

Mevrouw Blavatsky vertelt ons waar die godsvonk zich bevindt in het lichaam, namelijk in de pijnappelklier of de epifyse. Dat is een klein kliertje dat zich bevindt in het diepste centrum midden in het hoofd. Deze godsvonk is een punt van licht, elektrisch wit licht.

Nu het gebed waar ik het over had. Dit gebed kan gevisualiseerd worden. Als men daarbij zijn bewustzijn zo dicht mogelijk samentrekt op die plaats in het hoofd waar het licht zich bevindt, zal de uitwerking niet te peilen zijn. Men zegt als volgt:

Vanuit het punt van licht in het denken van God, strome licht in het denken van de mensen. Dat licht op aarde nederdale.

Vanuit het punt van liefde in het hart van God, strome liefde in de harten van de mensen. Moge Christus tot de aarde wederkeren.

Vanuit het centrum waar Gods Wil gekend wordt, richte doel de kleine wil der mensen.

Vanuit het Centrum dat wij mensheid noemen, verwezenlijke zich het plan van liefde en licht en moge het de deur verzegelen waar het kwaad verblijft. Laat Licht en Liefde en Macht het plan op aarde herstellen.

 

Zoek op Deze site email VKVisie
Kerkgemeentes in Nederland

Home pages op vkk.nl: English French Dutch