vkvisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

vorige home boven volgende

"Waar was God
toen we Hem zo nodig hadden?"

Johan Pameijer

Waar was God toen Enschede ontplofte? Waarom laat Hij niets van zich merken bij rampen, ongelukken en oorlogen? Juist als je Hem het hardst nodig hebt houdt de God van Liefde zich afzijdig. Als de mensheid weer eens blundert grijpt God niet in. Waarom toch is Hij de grote afwezige, juist als we op zijn wijze oordeel rekenen. Bij iedere ramp duiken deze vragen op. Legio gelovigen haakten af omdat God ze, naar zij denken, in de steek laat. Wat hebben zij aan een God die op de kritiekste momenten verstek laat gaan en onrecht en afgunst schijnbaar tolereert? Terroristen en criminelen lijken vrij spel te hebben en de onschuldigen zijn voortdurend het kind van de rekening. Waarom zwijgt God in alle talen tijdens onze nood?

Menig pastoor, dominee of spiritueel leider staat tegenover zoveel vertwijfelde vragen met zijn mond vol tanden. Alleen God weet waarom Hij zwijgt. God heeft de mens een vrije wil gegeven. Er is nog zoiets als karma. Het lijden maakt de mens sterk. Antwoorden als deze bevredigen niet. De mens in nood vraagt hulp en is niet gebaat bij dooddoeners.

De grote allesoverheersende vraag van de lijdende mensheid is of de Alwetende Inspirator van het ontzagwekkende universum wel geïnteresseerd is in de bewoner van een kleine planeet die om een onaanzienlijke zon in de periferie van een van de vele miljarden melkwegstelsels zijn rondjes meedraait. De afstand lijkt te kolossaal om ook maar op de geringste goddelijke belangstelling te kunnen rekenen.

Toch is diezelfde God volgens veler overtuiging niet daar alleen te vinden, maar ook hier en overal tegelijk en zelfs als het eeuwige levensbeginsel actief in de mens. God immanent en transcendent, de grote aanwezige, communiceert wellicht op Zijn eigen ondoorgrondelijke wijze met de producten van Zijn onbegrijpelijke schepping.

De Oude van Dagen
Aan het geestesoog van de Joodse balling Daniël verscheen Hij in de gedaante van de Oude van Dagen op een vlammende troon en sprak Hij recht over vier groteske dieren, die uit de zee waren opgerezen. Een leeuw met adelaarsvleugels, die op twee menselijke voeten werd neergezet, een vleesetende beer met drie ribben tussen zijn tanden, een panter met vier vleugels en vier koppen en ten slotte een schrikwekkend en oersterk monster met tien hoorns en een mond vol grootspraak. Aan de drie eerste dieren werd een beperkte levensduur gegeven, terwijl het vierde beest werd gedood en prijsgegeven aan het vuur.

Dan verschijnt de mensenzoon die eeuwig heersen zal. Het droomgezicht is vol esoterische details. Ieder die het mysterie van de vier dieren doorgrondt zal ontdekken dat zij voor de vier tijdperken staan, die bekend zijn als de gouden, zilveren, bronzen en ten vierde de ijzeren tijd. Innerlijke kracht en geestelijke vrijheid kenmerken de menselijke wezens in de prille dualiteit van het eerste tijdperk. In het tweede tijdperk zetten zij de tanden in de drievoudigheid van Zijn, Worden en Bewustzijn en tijdens de derde periode wordt het besef van de materie en de daarmee samenhangende beperkingen levendig.

Het vierde beest is een goddeloos creatuur, dat dood en verderf in de wereld brengt door egoïsme, afgunst en haat te prediken via de systemen die in onze tijd ingeburgerd zijn. De vlammen waarin dit monster wordt verdelgd en verteerd symboliseren de Wijsheid van de Oude van Dagen.

Tijd, tijden, halve tijd
Een toelichting op de droom door de mensenzoon maakt duidelijk hoe het 't vierde beest zal vergaan. Het is erop uit de goddelijke wetten te veranderen en om te keren en de heiligen te gronde te richten. Gedurende een tijd, tijden en een halve tijd zal het lijken alsof het monster succes heeft, maar dan is het afgelopen en zal de vierschaar van de goddelijke macht hem veroordelen tot het einde. Volgens Openbaring 20 volgt dan het duizendjarig rijk.

Maar eerst moet de wereld zich door een periode van twaalfhonderdzestig dagen in de woestijn worstelen (Zie Openbaring 12:6). De in Openbaring 12 genoemde Vrouwe is niemand minder dan de hemelgodin of wereldziel, die in de macht geraakt van de draak, het vreeswekkende beest dat het symbool is van het ijzeren tijdperk waarin wij leven. Het kan geen toeval zijn dat de door Daniël (hoofdstuk 7, vs. 25) gemelde "tijd, tijden en een halve tijd" een aanduiding is van drie en een half jaar, ofwel naar bijbelse tijdrekening 1260 dagen. Dit symbolische getal geeft een halve voltooidheid aan, waar 2520 dagen ofwel zeven jaar de hele voltooidheid voorstelt.

Ware psychologen
Naar de berichten van de visionaire auteur van Daniël en Openbaring is de ijzeren tijd niet waardeloos en alleen verslavend en verwoestend. In de opvoeding van de mensheid neemt deze halve periode een zeer belangrijke plaats in, omdat "de heiligen des Allerhoogsten" (een allegorische aanduiding van de mens) gedurende deze periode worden geconfronteerd met de nadelen van het leven in dualiteit. Het goede bestaat nooit op zichzelf, maar raakt allengs versluierd door de steeds diepere schaduwen van de vier beesten, de leeuw, de beer, de panter en ten slotte het beest 666, dat vrijwel zonder God is, omdat de voltooiende zeven nog niet in beeld is gekomen.

Totaal afwezig is God ook dan niet. Hij is onzichtbaar en onkenbaar en Zijn regering is ondoorgrondelijk omdat de mens noodzakelijkerwijs de vruchten van de Boom der Kennis moet eten om de realiteit van de Levensboom te leren kennen. De verdelging van het Beest door vuur is het zinnebeeld van de innerlijke zelfverwoesting, waarvan onze eigen generatie spectaculaire voorbeelden heeft meegemaakt met de overwinning op het nationaal-socialisme en de uitholling van het communisme.

De geniale auteurs van de boeken Daniël en Openbaring waren in hun tijd al opzienbarende psychologen, wier suggestieve beeldentaal de universele processen van de ziel beschreven. Op de achtergrond troont de Oude van Dagen, het archetype van de Oude Wijze Man van Jung wiens Wijsheid de veroorzaker is van de kosmische binnenbrand, waarin het ijzeren tijdperk tot as vergaat.

De grote doder
We kunnen ons afvragen of die Wijsheid ook de zozeer verhulde hulp is op de achtergrond bij rampen? Is de uitwerking ervan sterk genoeg om troost te bieden en het vertrouwen te wekken dat verschrikkingen zin hebben? Is het voldoende om door dik en dun heen te blijven geloven in de rechtvaardigheid Gods, bij Daniël vertegenwoordigd door de mythische Oude van Dagen?

H.P. Blavatsky heeft ons verstand wel eens de grote doder genoemd. Wij denken het mysterie kapot. In onze huidige tijd heeft iets alleen waarde wanneer het van voren tot achteren wetenschappelijk bewezen is. Voor de intuïtie is nauwelijks plaats in een cultuur die paradoxaal genoeg barst van de vindingen die hun realisering juist aan de intuïtie te danken hebben. Vroeg of laat moet het besef doorbreken dat de computertechnologie ons de blik opent voor een werkelijkheid waarin tijd en ruimte geen enkele rol meer spelen. Fax en e-mail spotten met ruimtelijke wetten en de hedendaagse telefonie stelt de onwrikbaarheid van tijd en ruimte sterk ter discussie. Kennelijk heeft de Oude Wijze het zo geregeld dat het kosmisch bewustzijn uit zichzelf in ons wordt opgeroepen.

Wijsheid vloeit als een zilveren stroom tussen de raderen van het ijzeren tijdperk en roept voorzichtige visioenen op van het duizendjarige rijk. De stompzinnigheid van dictatoren, de kortzichtigheid van vele politici en de zelfzucht van talrijke economen maken nu nog de dienst uit, maar eens zal een Salomonsoordeel hen vellen.

Een Salomonsoordeel
De legendarische Salomo gaf ons een duivels voorbeeld van een goddelijke rechtspraak. Goed en kwaad verliezen hun geldigheid en lossen op in een hoger waardeoordeel dan het menselijke. Twee vrouwen kwamen voor de koning en legden hem een verschrikkelijk dilemma voor. Een van de vrouwen nam het woord. "Met uw verlof, heer, wij wonen samen in een huis en waren tegelijk zwanger. Drie dagen nadat ik mijn kind baarde werd ook haar baby geboren. Kort daarna is haar zoon gestorven doordat zij ‘s nachts op hem heeft gelegen. We waren samen, er was niemand anders in ons huis. Weet u wat zij heeft gedaan? Zij heeft onze kinderen verwisseld en beweert nu dat het dode kind mijn baby was, terwijl zij mijn kind op schoot heeft en de borst geeft."

"Dat is niet waar," riep de andere vrouw. "Het levende kind is mijn zoon, u bent de moeder van het dode kind." Zo herhaalde het ene woord het ander en kaatsten de vrouwen over en weer hun verwijten. Toen velde de koning het beroemde oordeel, dat in de geschiedenis bekend is geworden als het Salomonsoordeel. Hij beval zijn dienaar om een zwaard te halen en toen die verscheen met het vlijmscherpe wapen in de handen beval hij: "Snijd nu het levende kind in twee helften en geef elk van deze vrouwen een helft."

Na dit oordeel moet een schrijnende stilte gevallen zijn. Zwijgend observeerde de koning de gelaatsuitdrukking van de verbouwereerde moeders. Natuurlijk wist hij al wat er ging de gebeuren. De echte moeder stoof op en hield haar armen beschermend over het kind. "Met uw verlof heer, geef haar het kind, maar doodt het niet." De onverschillige triomf in de blik van de andere vrouw begeleidde haar minzame woorden: "Goed, heer, dood het maar, want dan zal het van geen van ons beiden zijn." Toen wees de koning de dienaar met het zwaard terug. "Ga maar, het kind blijft leven. Het wordt niet gedood, want zij," hij wees naar de vrouw die het kind wilde wegschenken, liever dan het te laten doden, "is de echte moeder." En heel Israël, zo wordt aan het slot van 1 Koningen 3 gezegd, merkte dat de Wijsheid Gods had recht gesproken.

God is duidelijk
Verscholen in primitieve beelden gaat een volstrekt ongenuanceerde wit-zwart cultuur schuil, maar de symbolische taal is van een smetteloze helderheid. Dat de koning een metafoor is van de Oude van Dagen zal iedereen duidelijk zijn. Het archetype van de Oude Wijze Man stelt ons voor voldongen feiten. Gelegenheid om te marchanderen wordt ons niet gegund. Het is zwart of wit, dood of leven, een tussenweg behoort niet tot de mogelijkheden. Als God recht spreekt wordt de mens voor een keuze gesteld. Daar kan de nuchtere scepticus van de 21ste eeuw kritiek op leveren, gebrek aan duidelijkheid is er geenszins.

God is duidelijk. Waar rampen gebeuren ligt er ergens een foutieve keus aan ten grondslag. Binnen het ingewikkelde netwerk van relaties en de moderne hang naar nuanceringen is de kans op een verkeerde keuze duizendvoudig vergroot. De echte moeder kiest voor het leven van haar kind, de onechte moeder riskeert de dood. Dat is het grote verschil. Een uiterst subtiele samenhang van oorzaak en gevolg sluit het risico van talrijke kortsluitingen in. Mogen we dat God verwijten? Hij is, krachtens de Schriften, duidelijk.

De eerste steen
Er bestaat nog zo'n illustrerend voorbeeld, namelijk het vonnis over de overspelige vrouw. Ook nu is het oordeel van Jezus een demonstratie van Wijsheid, deze keer uit Naam van de Vader gesproken door de mensenzoon. Schriftgeleerden en overpriesters willen Jezus beproeven en vragen zijn oordeel over een overspelige vrouw.

Door de ogen van Jezus is zij geenszins de platvloerse zondares waar de tempeloversten haar voor houden. Krachtens de oude wet van Mozes verdient de angstige vrouw de dood door steniging, maar Jezus negeert de oude primitieve straf. Hij doorziet de metafoor. Haar overspel heeft betrekking op haar omgang met het aardse. Zij is een voorstelling van de wereldmoeder en die heeft zich laten verleiden door de bedrieglijke glans van de materie.

Jezus ziet de moordlust in de ogen der priesters en beseft hoezeer zij zich aan hetzelfde vergrijp hebben schuldig gemaakt. Niemand van de tempeldienaars is oprecht ongevoelig voor aardse goederen. Het ego staat met zwarte letters op hun habijt geschreven. Dat geeft Jezus zijn hoogst persoonlijke Salomonsoordeel in de mond. "Wie zonder zonden is werpe de eerste steen op haar."

Eerlijk gezegd zijn de overpriesters en tempeloudsten even schuldig als de arme vrouw. Net als zij pleegden zij het verleidelijke overspel met Moeder Aarde en vergaten de stille wijsheid van de Geest. In hun heilige verontwaardiging wilden zij stenen naar haar gooien, maar nu is de situatie anders. Jezus werpt hen op zichzelf terug. Daarin ligt het antwoord op alle vragen. Hoe schuldig is de mens zelf bij rampen, oorlogen en tegenslagen. Maakt hij zelf geen deel uit van de onvoorspelbare keten van oorzaak en gevolg? Onze maatschappij heeft zichzelf hopeloos gecompliceerd gemaakt en poogt zichzelf te redden door rampzalige nuanceringen, die ogenschijnlijk rechtvaardig zijn, maar in het licht van het goddelijke oordeel alle duidelijkheid versluieren.

De vraag wordt zo dikwijls gesteld, de integriteit van God zo vaak in twijfel getrokken. De mens schiep zich een God die moest luisteren naar elk menselijk verlangen. Een God die achteloos voorbijgaat aan de complicaties van de mensenwereld. Salomonsoordelen leren ons eerst naar onszelf te kijken. De mensenwereld in al zijn verscheidenheid demonstreert overduidelijk dat alles er is, alleen God ontbreekt. De ontzagwekkende Al-Ene slaat als een ontzagwekkend verre ster het gedoe op aarde gade en grijpt niet in, omdat hij de mensheid zelfbestuur heeft gegeven. In de stilte van de harten zoekt hij het evenwicht tussen de vele tegenstrijdige belangen en in de korte momenten van bezinning wil hij ons nog wel eens influisteren: "Wie zonder zonden is werpe de eerste steen." Misschien is dat wel het enig juiste antwoord op onze vele vragen.

 

Zoek op Deze site email VKVisie
Kerkgemeentes in Nederland

Home pages op vkk.nl: English French Dutch