|
|
In Memoriam Bisschop Ludovicus Edmund Huster Hij was bijna dertig toen hij in de oorlogsjaren zijn priesterwijding ontving in de kerk in (destijds) Huizen op het Centrum St. Michaël. Het was dit spiritueel centrum, waaraan hij zeer verknocht was. Ook de plaats van de kerk op dit centrum achtte hij van zeer groot belang. Daarin voelde hij zich gesteund door het toenmalige Hoofd van het Centrum, Rukmini Devi, die in de tachtiger jaren duidelijk maakte, dat "the church is the powerhouse of the Centre". Vanuit dit spiritueel denken heeft hij altijd zijn werk voor de kerk gedaan. Zo hield hij leden van de geestelijkheid meermalen voor: "op de eerste plaats komt de gemeente, daarna komt de gemeente, vervolgens een hele tijd niets en tenslotte is er dan de geestelijkheid". Hiermee typeerde hij het belang van de rol van de gemeente in de kerk, mede geïnspireerd door de zienswijze van pr. Van der Stok. De visie, die de laatste kerk heeft verwoord o.a. over het vrouwelijk aspect in de kerk, heeft grote invloed op hem gehad. Doordrongen van de grondslagen van de kerk, zoals hij die begreep, heeft hij heel veel werk verzet, o.a. als e.a. priester in Bloemendaal, Amsterdam (waarvan een periode gelijktijdig) en Utrecht. In 1982 ontving hij (eveneens op St. Michaël) de bisschopsconsecratie om kort daarop Mgr. Van Brakel op te volgen als Regionaris van de Nederlandse Kerkprovincie. Zijn meditatieve en mystieke inslag, die ongetwijfeld is gevoed geworden in de beginjaren van de kerk, kwam in de loop der jaren steeds meer naar buiten. Het regionariaat heeft veel van hem geëist vanwege het spanningsveld van mystiek en meditatie als priester/bisschop aan de ene kant en het leiden van een kerk als manager aan de andere kant. Met name na die periode werd zijn benadering van dingen nog meditatiever. Op die manier heeft hij velen geboeid en geraakt door zijn meditatieve inleidingen, b.v. op kerkcongressen. Velen heeft hij iets kunnen meegeven van zijn warmte, zijn aandacht voor diegenen die om hen heen waren. Nooit zou hij verzuimen om te informeren naar je persoonlijke omstandigheden. Ook in het wel en wee van de kerkgemeenten was hij zeer geïnteresseerd. Zo heeft hij -zo lang als hij daartoe in staat was- elke dag in zijn persoonlijke meditatie alle kerkgemeenten opgedragen, evenals personen, die in moeilijke omstandigheden verkeerden. De laatste jaren van zijn kerkelijk werk hebben voor het grootste deel in het teken gestaan van de opbouw van de kerkgemeente Maastricht. Ondanks zijn leeftijd en de fysieke ongemakken die hij begon te ervaren, heeft hij daar enorm veel werk verzet. Dit alles vanuit de visie, dat het geestelijk werk moet doorgaan: als deze gemeente zou worden opgeheven, dan zou het ontzaglijk moeilijk zijn om die weer nieuw leven in te blazen. Bovendien voelde hij zich volkomen thuis tussen zijn "Limburgse familie", waar hij een vruchtbare bodem vond voor zijn meditatieve aanpak. De "kroon op zijn Maastrichtse werk", de priesterwijding van Theo Werink, heeft hij helaas fysiek niet mogen meemaken. Maar ongetwijfeld zal hij op die dag vanuit andere sferen zijn zegen aan Theo hebben gegeven. Was hij als mens heel warmvoelend, als bisschop kon hij soms nadrukkelijk de puntjes op de "i" zetten. Niet alleen als Regionaris, maar ook later nog, kon hij in het geweer komen wanneer er iets gezegd werd of gebeurde, wat niet strookte met zijn visie op het geestelijk leven of het welzijn van de kerk. Op die momenten kon je dan ook beslist niet om hem heen, zoals menigeen zal hebben ervaren! Aan de andere kant was hij zeer gezagsgetrouw. Zo gaf hij, als bisschop ingedeeld in de kerkgemeente Amersfoort, mij als e.a. priester alle ruimte om mijn eigen beslissingen in kerkelijke aangelegenheden te nemen, ook al was hij het er eigenlijk niet mee eens (wat hij overigens wel kenbaar maakte.....). Tot het laatste toe was hij vol belangstelling voor anderen en genoot hij ook van gezelligheid. Nadat ik hem het Heilig Oliesel heb mogen toedienen, namen wij intens afscheid van elkaar. Zelfs in die omstandigheden vergat hij niet, mij uitdrukkelijk te vragen om ieder zijn groeten over te brengen, waarbij hij een warmte uitstraalde, die hij graag ieder persoonlijk nog had willen geven. Dat zoveel (heerlijk) bezoek in het ziekenhuis hem soms teveel was, nam hij op de koop toe. Pas naderhand kwam hij tot het besef, dat dát misschien niet zo verstandig was geweest. Maar dan had hij wel al genoten! Bisschop Ludovicus zal nog lang met dankbaarheid in onze herinnering leven. Ongetwijfeld zal hij zijn spirituele werk voortzetten in de ongeziene wereld, waar hij velen nog kan dienen als broeder in Christus. |
Email: Hier klikken. Home pages:English French Dutch |