vkvisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

back home up next

Het Raam

Annette Haccou

Hebben wij niet allen wel eens in een kerk een gebrandschilderd raam gezien? Zo'n raam dat in felle kleuren een heiligenleven, een deel van het scheppingsverhaal of iets dergelijks uitbeeldt? Over zo'n raam gaat dit verhaaltje......:

Op een dag was Sint Petrus het raam van Gods Heerlijkheid aan het poetsen. Telkens maakte hij zijn doek met het puntje van zijn tong nat en poetste ieder stukje tot het glansde als de eeuwigheid zelf.

Terwijl hij zo bezig was, bedacht hij hoe blij God zou zijn als Hij zag hoe schoon het raam weer was, en hij wreef zich in de handen. Maar o help, natuurlijk liet hij daarvoor het raam even los en wat gebeurde er? Het viel naar beneden. Petrus boog zo ver naar voren als hij durfde en ja, daar zag hij het vallen in de richting van de aarde. Het tuimelde en kantelde en viel steeds verder. De wind, die tussen hemel en aarde veel onstuimiger waait dan de mensen weten, kreeg het te pakken en voerde het met zich mee, zo ver dat Petrus het uit het oog verloor. Toen begreep hij dat iedere poging om het weer te pakken te krijgen, vergeefs zou zijn. Verdrietig slofte hij naar Onze Lieve Heer, en zei: "God, ik heb iets vreselijk gedaan."

God zag wel dat hij erg uit zijn doen was en vroeg vriendelijk wat er aan de hand was. Maar wat Petrus Hem toen vertelde, dat schrok ook zelfs Hij van. Hij steeg van Zijn troon en nam Petrus bij de hand. "Kom," zei Hij, "wij zullen zien wat er nog aan te doen is." En samen keken ze door het hemelvenster naar beneden. Daar ging het raam. En net toen zij keken kwam het met een geweldige klap op de aarde terecht en ...brak in miljoenen stukken, grote en kleine, rode en blauwe, groene en paarse, zilveren en gouden stukken van de aureooltjes der heiligen, groene der hoop, gele der wijsheid en het heldere rood van de Heilige Geest...

De mensen op aarde hadden de schaduw van het raam wel gezien, maar er zich niet verder in verdiept wat er daarboven hun hoofden gebeurde Maar nu het gevallen was! Ja, nu was iedereen toch wel opgeschrikt. Zij zagen de scherven alle kanten opvliegen en riepen tegen elkaar: "Kom gauw! Er is een wonder gebeurd!" En zij haastten zich naar het eerste het beste stuk dat zij zagen liggen en eigenden het zich toe. Sommigen namen het mee naar huis en zetten het op een heel speciaal plekje in de huiskamer. Anderen droegen het de rest van hun leven op hun borst.

Maar ach, de stukjes die alle tezamen, mits op de juiste wijze gerangschikt, het geheim van Gods Heerlijkheid hadden kunnen vertellen, hadden immers allemaal verschillende vormen en kleuren. Er waren er geen twee gelijk. Zodoende kwam het dat alle mensen er een verschillende indruk van kregen hoe het er bij God uitzag. Sommigen droegen het op hun hart en zwegen erover. Maar anderen hadden het te pronk gezet en schepten er over op tegen hun gasten. Zij zeiden bijvoorbeeld: "Ik weet hoe God is. Heb ik niet een stukje van Zijn heerlijke pracht in mijn huis?" Maar dat woord "een stukje" zeiden ze zachtjes, in de hoop dat de ander dat niet zou horen.

Er kwam strijd en oorlog op aarde. De mensen sloegen elkaar met hun stuk om de oren, ze verwondden en vernietigden elkaar. In naam, van het stukje Waarheid dat zij hadden, want Gods Eeuwige Luister en de Waarheid zijn één, bestreden zij elkaar op leven en dood. Petrus weende. "Wat moet ik doen", klaagde hij, "om, de mensen wijs te maken?"

"Kijk," zei God. Hij wees op een man die een klein stukje van de Eeuwige Waarheid had gevonden. Deze man poetste zijn stukje s' morgens en s' avonds op, keek er vol ootmoed naar en sprak: "O God van het Eeuwige Licht, wees ons, Uw mensdom genadig. Leer ons, in het kleine beetje wijsheid dat wij hebben, Uw glorie te vermoeden die wij niet kunnen zien." En hij ging rond en predikte Liefde. Want zijn stukje had de kleur van de Liefde. De mensen luisterden naar hem en sommigen gooiden hun eigen stukje weg omdat het een andere kleur had. "Hij alleen heeft de Eeuwige Waarheid", zeiden zij. Maar hij liet ze hun stukje weer oprapen en leerde hun dat ieder partje een deel van het grote geheel, en dus heilig was.

Hij leerde hun ook, maar dat kostte veel moeite, om weg te geven wat zij gevonden hadden. Naarmate zij gaven, zouden zij zelf hebben. Dat begrepen zij niet, maar hij zei hun dat het Raam eigenlijk de achterkant was van de spiegel waarin God Zijn beeld neergelegd had, en dat alles wat met deze scherven te maken had, in spiegelbeeld moest worden uitgelegd. "Vandaar", zei hij "dat wie geeft, rijker wordt; wie het leed van anderen helpt dragen, sterker wordt; en wie zijn kaars voor anderen opbrandt een steeds groter Licht zal zijn."

En dus predikte hij Vrede. De mensen luisterden, maar begrepen het niet. Toen hij stierf, eenzaam en verlaten, werd hij door engelen gevoerd tot aan Gods troon, waar hij zijn stukje neerlegde.

Email: Hier klikken. Home pages:English French Dutch